=1NACOI= Voor drie zoenen snoepgoed. N.V Wie goed doet,... Wagenwijd vervoer. Dwarsprofiel van de Provincialeweg met rechts het bushokje. In de periode van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog nam het bezit van hevig verontwaardigd tegen die vrouw dat deze haar eigen derrie zelf moest oprui men. Gelukkig was dit incident een uit zondering. Aan de meeste klanten die bij haar de fiets stalden, denkt zij met plezier terug. Neem nou die twee leuke meiden Agaath Droog en haar vriendin Truus Groen die iedere dag met de bus naar school gingen. Alie was hoogzwanger en zei voor de grap tegen de meisjes neem maar wat roosjes mee dan komt het kleintje spoedig. Toen Agaath en Truus ’s middags hun fietsen kwamen ophalen, lag de boreling in de wieg en daags erna kwamen de vriendin nen met een bosje rozen op kraambezoek. Ook Dirk Bruin stalde zijn brommer met vaste regelmaat. Hij was al wat op leeftijd en Alie hield haar hart vast als ze die man de drukke Provincialeweg zag oversteken. Nadat ze verschillende keren had gezien dat Dirk bij het oversteken niet goed uit keek, besloot ze hem in het vervolg te hel pen zodat hij veilig aan de overkant van de weg kwam. Ofschoon de bedrijvigheid van de fietsenstalling parallel liep aan de busdiensten lagen de piekuren toch ’s morgens en aan het einde van de middag. Soms werd een oude fiets uitgeleend als de persoon in kwestie naar de bushalte was gebracht. Dat gebeurde ook bij Gré Bakker die op een zekere dag in augustus naar de lappenmarkt in Hoorn was ge weest. Het gebaar werd door haar man Jan zeer op prijs gesteld en nog diezelfde avond kwam hij met een mooi droogboe- ket voor Alie aanzetten. Een fietsenstalling aan huis betekende een komen en gaan van allerlei mensen. Een spoor van voetstappen van een hele gene ratie schooljeugd ging elke dag over het bruggetje richting stalling. Mannen uit het dorp die hun werk elders hadden, bij de Hoogovens of in de havens. Mensen, die op bezoek gingen naar de zieken in het Sint Elisabethziekenhuis te Alkmaar. Vrouwen, die gezellig met elkaar een dagje op stap gingen. De loop naar en van de stalling bleef erin en geen dag was het zelfde. Altijd gebeurde er wel iets dat het navertellen, meestal tijdens het avond eten, waard was. Het was eind november en overal in het land was de Sinterklaas sfeer bijna proefbaar. Alie had een drukke dag, want ze was volop in de weer met het leeghalen van de vriezer waarin ruimte moest komen voor een pas geslacht var ken. Tegen meneer Degenkamp, die juist zijn fiets wilde stallen, vertelde ze met een verhit hoofd waar zij op dat moment mee bezig was en dat ze dat toch zo’n rot klus vond. Ja, daar kon hij zich wel wat bij voorstellen. Dan had hij het als bakker, zeker nu in de Sinterklaastijd, een lekker der werkje in het vooruitzicht. Hij ging speculaas bakken en zei voor de grap tegen Alie, dat ze van hem een zak specu laas zou krijgen in ruil voor drie zoenen. De volgende dag zag Cor Schipper een zak speculaas hangen en vroeg aan zijn vrouw hoe zij daar aan kwam. 'Voor maar drie zoenen was het antwoord. Cor deed er niet moeilijk over. De speculaas zag er smakelijk uit en met zijn eerste hap vlo gen die drie zoentjes gelijk uit zijn ge dachten de ruimte in. 40 i DWARSPROFIEL A - E> 1 =100

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2000 | | pagina 42