’De stijfselbus’.
Het bushokje en de fietsenstalling.
38
Toen de plaatselijke en regionale vervoer
ders, Busker en Quax en andere bedrijven
hun bus-activiteiten staakten, kwam de
NACO (Nederlandse Auto Car Onder
neming N.V.) binnen het gebied en nam
dit bedrijf stukje bij beetje het gehele bus
vervoer over. De NACO reed met groene
bussen die alle waren voorzien van een
letter. Vanuit Schagen, via de halte De
Weel, naar Hoorn reed de busdienst met
de letter M en de bus die op Alkmaar reed,
was voorzien van de letters MU. De lijn
dienst MU reed 1 x per uur en de M-dienst
1 x per 2 uur. Van Alkmaar naar Oudkar-
spel reed via Oudorp, Sint Pancras, Broek
op Langedijk, Zuid- en Noord-Schar-
woude de lijndienst U. De Waarlanders
die op Oudkarspel waren georiënteerd
maakten van deze dienst gebruik. En dan
was er nog de lijndienst V. Deze reed van
Alkmaar via Koedijk naar Warmenhui
zen, Tuitjenhom en Kalverdijk. Deze
dienst was gemakkelijk voor de bewoners
voor gezien en droeg hij zijn busonderne
ming over aan de firma A. Spoor en E.
Spaans te Harenkarspel. De Waarlander,
die in de jaren dertig ‘buitengaats’ wilde,
was niet aan bushaltes gebonden. Het
enige waar hij rekening mee moest hou
den waren de rijtijden en de route van de
bus. Hij hoefde zijn hand maar op te ste
ken en de bus stopte. En op de terugreis
stopte de bus, als een ‘vanzelfspreken-
heid’ voor het eigen huis.
NACO-bussen bij het
station te Alkmaar
(1970).
Foto Ferry Bosman.
Met de komst van de bus bleek al snel dat
er dringend behoefte was aan een hokje
waarin de passagiers tijdens het wachten
op de bus konden schuilen tegen regen en
wind. De gemeente Harenkarspel gaf in
1952 een aanzet tot de bouw van een bus
hokje, de NACO betaalde een bijdrage
van 500 in de kosten, die waren begroot
op ruim 1.500. Tegenover het bushokje
woonden Cor Schipper en zijn vrouw Alie
Goudsblom met hun gezin. In 1953 waren
zij verhuisd van hun mooie noodwoning
die bij de spoordijk stond, vlakbij het huis
van Simon Kuiper. Timmerman Arie
Boekel was met twee knechten druk in de
weer geweest om het armclijke stulpje
wat bewoonbaar te maken. Cor had een
baan bij de firma Daalder die heel veel
onderhoudswerk aan de wegen en bermen
voor de Provinciale Waterstaat verrichtte.
Hij was loeisterk en om de dooie dood
niet kleinzerig. Voor zichzelf was hij spij
kerhard maar tegenover anderen kwam hij
over als een goedmoedig en meelevend
mens. In zijn vrije tijd werkte hij in de
boomgaard van Dirk Meinis die een eind
van de Woudmeer en de Slootgaard.
Uiteraard reden de bussen van alle dien
sten heen en terug.
Tezamen met de NTM (Nederlandse
Tramweg Maatschappij) te Heerenveen,
deze reed met blauwe bussen, onderhield
de NACO een busdienst op Friesland.
Vanuit Alkmaar reed de bus via de
Westerweg, nu N 242, via Middenmeer,
Den Oever naar Friesland. De busdienst
had de letters SB en werd in de volks
mond ‘de stijfselbus’ genoemd, omdat er
vroeger ook een stijfsel soort in de handel
was met diezelfde letters. De bussen
reden vroeger ook met conductrices, zij
verkochten de kaartjes en zorgden dat je
kon in- en uitstappen. De kaartjes van
vroeger waren plm. 20 cm lang en plm. 7
cm breed. Er was verschil in kleur. De
kaartjes voor de enkele ritten hadden een
andere kleur dan die voor de retourritten.
Bij de halte De Weel kon men bij
Henricus de Boer en in later tijd bij zijn
zoon Jo z’n fiets stallen. Die stond daar
even veilig en droog in de stalling als bij
de familie Schipper aan de Provinciale-
weg aan de zuidkant van Waarland.