Skoölfeist.
Een bliksemafleider te plaatsen.
24
De vruchten van het onderwijs ver
beteren.
Het aantal leerlingen in de scholen nam
verder toe. De onderwijzers wilden het
onderwijs op een hoger plan brengen,
maar stuitten op het probleem van lesge
ven aan alle leerlingen van verschillende
leeftijden in één lokaal. Besloten werd een
’missive’, een officieel schrijven, aan het
gemeentebestuur te zenden met het voor
stel: ‘een tijdelijke wijziging in de rege
ling der schooltijden en het splitsen der
leerlingen in afdeelingen bij het bezoeken
der school, teneinde eenigermate tege
moet te komen in den onhoudbaren toe
stand van het onderwijs ten gevolge van
het heerschende gebrek aan hulpperso
neel, waaraan de behoefte door het toene
mend getal der leerlingen zich meer en
mee doet gevoelen. Om de problemen op
te lossen stelden de hoofdonderwijzers
voor om ’s morgens les te geven aan de
klassen 1,2 en 3 en ’s middags aan de
hogere klassen. Er werd weer gedelibe
reerd in de raad. ‘Deswegens wordt inge
stemd met de zienswijze dat voorgestelde
wijziging welligt goede vruchten voor het
onderwijs zou opleveren, maar met het
oog op de omstandigheid dat de woon
plaats van sommige leerlingen ter ver van
school is verwijderd, ’t welk de uitvoering
van het plan der voorstellers in den weg
staat als zullende daaruit ontevredenheid
ontstaan bij de ouders dier leerlingen,
wordt het voorstel, hoe aannemelijk ook in
beginsel als onuitvoerbaar in den toepas
sing, algemeen van de hand gewezen. De
hoofdonderwijzers hadden waarlijk hun
best gedaan. In de brief aan de gemeente
raad hadden ze gesteld, dat het aantal les
uren per kind weliswaar zou verminderen,
maar het aantal schooluren daarentegen
zou vermeerderen. Door de schooltijden
te verdelen zou de onderwijzer in staat
zijn beter les te geven, hij zou minder
moeite hebben met het handhaven van de
orde en ‘met lust en ijver onafgebroken les
kunnen geven. Al vermindert dan het aan
tal uren dat elk kind dagelijks onderwijs
ontvangt, de vruchten van het onderwijs
zullen verbeteren. De gemeente was niet
te vermurwen en bleef bij haar standpunt,
geen salarisverhoging voor aan te stellen
hulponderwijzers, waardoor de school
hoofden P. Backum Pastoor, E. Meijer
Drees en P. Appelboom het maar moesten
doen met een kwekeling. Hoe bekrompen
men toen dacht laat een volgend besluit
zien. Het schoolhoofd van Dirkshorn
vroeg toestemming een kaart van Europa
te kopen. U raadt het al: het verzoek werd
gewezen van de hand.
In 1874 kwam er een belangrijke verbete
ring tot stand. Het vak van onderwijzer
werd steeds meer gewaardeerd. Het
belang van goed onderwijs werd alge
meen erkend. Splitsing van de school in
meerdere klassen werd gemeengoed. Ook
het bestuur van Haringcarspel kwam tot
dat inzicht. De raad besloot in Dirkshorn
een nieuwe school te bouwen en de school
te Waarland werd vergroot waardoor daar
les kon worden gegeven in twee lokalen.
Op 21 december van dat jaar werd de
‘Woi gingen met zo’n stik of zes, zeuven in ’t Waarland nei
skoól; elk hadden woi een stikkebuul mee. Woi ginge de doik
langs, boi ’t begin stonde er twei watermolens, deer weunde
Jan Middelbeek en in die are Van Skuffelen, efftes veerder een
huisie deer weunde een weduwe Bruin, die kon zukke lekkere
kokkinne (stroopballetjes) maken. Woi ware deer wat gek op.
Efkes veerder stond ien rolpaal. Weer veerderop was de spoor
weg. Woi moste over de spoorbreg en an de are kant er weer
of, den weer een doik langs en den het land weer deur en den
stond midden in het land de school. Meister Appelboom was
de hoofdmeister en meister Blad de ondermeister. Er werd
natuurlijk van alles leerd, ok zingen. Veul waren dat psalme-
woize. Er ware deer verschillen van geloof, maar deer werd
nooit aanstoot an nomen.
A.s' het warm was en de kinders krege dorst, den ginge woi boi
de shutting, die de tuin van meister afsloot, staan te roepen op
een zangerige toon: ‘Juffrouw magge woi water, Juffrouw
magge woi water net zo lang, dat de Juffrouw kwam met ien
emmer water met een nappie er in, den konne woi onze dorst
lesse. Ien keer in het jaar was er skoölfeist, den werde woi
trakteert op bessenat met koek. Als het ’s middags was gingen
woi boi de boere rond, deer stonde woi te zingen, den kwam de
boerin met een bak met bessenat, den krege woi elk een kom-
pie vol. Veerderop waren twei plasies De Sloejerd en de
Speketer, maar deer gingen woi niet an toe; den gingen woi
deur het land nei nag een paar boeren. Woi kregen deer het
zelfde en den weer terug nei skoöl, dat was den ons skoölfeist
en den weer nei huis.