-- ft 21 I Op 16 mei 1869 werd in de raadsvergade ring van de gemeente Haringcarspel de missive van de schoolopziener aan de orde gesteld. Het voorstel was: ‘het inko men der hoofdonderwijzers, het minimum daaraan te stellen op 600 ’s jaars, met eene verhoging van 100 ’s jaars, wan neer de school gemiddeld meer dan 70 leerlingen telt. Tevens om het jaarlijksch tractement van een hulponderwijzer vast te stellen op 350 en de toelage voor het houden van een kwekeling op 100 ’s jaars’. Het is aandoénlijk in de notulen te lezen hoe benepen de raad reageerde. Men wilde als het ware de schijn ophouden van het eigen juiste inzicht en ware behoeders van de gemeentelijke financiën. Allereerst kwam men tot de conclusie dat het vast stellen van een traktement voor hulp onderwijzers niet nodig was, omdat het onnodig werd geacht een hulponderwijzer aan te stellen. De raad kon zich wel ver enigen met het voorstel van de school- medewerking. De schoolopziener kende uiteraard de forse inkomensachterstand van de onderwijzers in Haringcarspel. De traktementen lagen in vergelijkbare dor pen wel 100 tot 150 hoger. Te bezwarend voor de gemeente middelen. Aris de Heer, ontslapen in den Heer. 28 April 1869 overleed Aris de Heer, hoofd onderwijzer aan de Openbare Lagere School te Dirkshorn. Meester Appelboom wilde verhuizen naar Dirkshorn. fsv. f irrr/i XX'zz z c f^ P f In diezelfde periode ontstond er plots klaps een vacature in de gemeente Haringcarspel. Op 27 april 1869 overleed Aris de Heer, hoofdonderwijzer aan de school te Dirkshorn. Pieter Appelboom besloot hierop naar de functie bij deze school te solliciteren. Niet omdat hij onte vreden was in Waarland, echter omdat hij voorzag dat zijn beide kinderen, alle twee geïnteresseerd in het onderwijs, binnen kort het gezin zouden verlaten om elders emplooi te zoeken. Hij zou dan met zijn vrouw min of meer alleen achterblijven midden in de polder. Hij motiveerde zijn sollicitatie door te wijzen op de geïsoleer de plek van het schoolhuis, de grote Heden den Negen en Zettig, zjjn voor opziener het minimum van de bezoldiging van de hoofdonderwijzers vast te stellen op 600 per jaar, maar de voorgestelde verhoging voor alsnog te bezwarend te achten voor de gemeentemiddelen. Beslo ten werd de jaarlijkse bezoldiging vast te stellen op 600 bij genot van een vrije woning en tuin, ingaande 1 Januarij 1870. Met deze vertragingstactiek wist de ge meente Haringcarspel het alleszins rede lijke verzoek totaal met anderhalf jaar uit te stellen en daarmee 450 te besparen. overledene, en vsn beroep_j^ oud^zzz-Xx^Z^Z^z^x-. jaren, wonende van de overledene, welke ons hebben verklaard, dat op ff- deszzten «XX^zv^ure, in het huis 8taande^^X^r;rz>/.z.<’zX.zzzi'zZ< in den ouderdom van<Zzz?- Zzi is overleden^, Z lx ffc s van beroep/^z<£ z.Zztz Xzz gel en wonende>^>z^z?z.zz/^ z z^zz «4, fef f fr? ffff fff* ffr/ Zkf ff?ts<T ff fe fff f, Ss? s, -C Cf< fff 'f ei fddff X/z V. z z- SpZi. t s Achttienhonderd on« ondergeteekendeAmbtenaar van den burgerlijken stand der fverschenen van beroep oud-z^.-z&vX'^Xzi^, jaren, wonende - van de na te noemen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2000 | | pagina 23