I Krom van het zware werk. Op klompjes. Het bestuur hield het poot stijf. Anna bezocht de Openbare Lagere School in Oude-Niedorp. Verschillende klassen, jongens en meisjes, zaten in één lokaal. Van juffrouw Ot leerde ze handwerken. Dat priegelwerk vond ze erg leuk. geregen. De binnenkant was met gele stof gevoerd. In haar ridikuultje had ze haar witte halve boezel, een zilveren doosje met pepermuntjes, een breikous en een watje odeur. Anna’s opa, Arie Bommer, was 41 jaar lang molenaar van de Speketerspolder. Hij liep krom, het werk was zwaar voor hem. December 1915 diende hij zijn ontslag in bij het polderbestuur, per 1 juli wilde hij weg uit de Speketer. Bij dit verzoek vroeg hij ook om een goede pensioenregeling. Het bestuur was niet welwillend en maak te bezwaar tegen 1 juli. Arie Bommer moest per 1 mei uit de molen. Ze vond dat 1 mei de dag was van de verhuizingen en dat dit tijdstip geschikter was voor het zaaien en planten. Wat zijn pensioenaan vrage betrof, werd na enig heen en weer gepraat besloten zijn molenaarswedde van f 80 per jaar tot eind 1916 door te betalen en daarmee was voor het bestuur de kous af. Arie Bommer had dit niet verwacht. Hij verdiende toen naast zijn vaste loon nog ongeveer f 300 per jaar als kadewerker en daarom had Arie een pensioen van f 3 per week tot zijn 70e verwacht. Teleur gesteld verliet Bommer de vergadering. Hij zou op 14 april van dat jaar zevenen zestig worden en liep door dit besluit driemaal f 156 mis. Het polderbestuur plaatste advertenties voor een nieuwe molenaar in Ons Blad, de Alkmaarsche en Schager Courant. Er reageerden 16 sollicitanten en tijdens de vergadering in januari 1916 werd Aries zoon Manus tot molenaar van de Spek eter benoemd. Elke zondag ging ze met haar moeder naar de vroegmis in ’t Veld. Ze mochten dan van buurman Arie Pijper over zijn wei land, maar wanneer het gras moest wor den gemaaid, liepen ze om via Niedorper Verlaat. Eens, op een mistige ochtend, waren ze zelfs verdwaald. Toen ze de lichtjes van Pijper weer zagen zijn ze teruggekeerd. Na de mis gingen moeder Neeltje en Anna altijd even aan bij tante Betje en ome Remmert Pronk. Zij woon den bij de kaasfabriek ‘Niet Gedacht’ in ’t Veld, (nu: bakkerij Beemsterboer). Vader en haar broer Piet gingen naar de late mis. Als zij terugkwamen, had moeder het eten klaar staan. Anna had in de Leijerpolder geen vrien dinnetjes. Er woonden daar alleen maar oudere mensen. Stilletjes hoopte ze dat ze ooit nog eens zouden verhuizen, maar dat zei ze natuurlijk niet tegen haar vader of moeder. Op 1 mei verhuisde Manus met vrouw en twee kinderen naar de Speketer, Anna vond het prachtig. Ze veranderde van school en kreeg in Waarland spoedig vriendinnen. Manus teerde de molen, deed het achter stallige onderhoud aan de wieken en maakte de molengang grondig schoon. Hij spitte het lapje grond rondom de molen en zaaide daar de eerste zomergroenten. Ook moeder Neeltje zat niet stil. Ze zorgde ervoor dat het molenhuis er netjes uit kwam te zien. Tijdens de bestuursbijeenkomst van 17 mei 1916 kwam het ontslag van zijn vader weer ter sprake. Bestuurslid Bakker was het niet eens met de regeling. Hij wilde 16 I Het A, B, C op de merk lap van Anna Bommer, gemaakt in de periode 1911 - 1915. Anna S>eti-an.ei.La - -'i abode! g/cê jkLnmopqrjtuuwyz.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 2000 | | pagina 18