UIT HET DAGBOEK VAN EEN NEGENTIGJARIGE WESTFRIESE VROUW. Joop Zutt Een aanhouder wint. Een pil teveel. Druk, druk, druk, zo is het leven van Arie en Afie Hoogeboom te kenschetsen. De zorg voor het dagelijks bestaan en de zorg voor hun grote gezin vroeg ontzettend veel van hen. Op een moment dat het financieel wat lichter zou kunnen worden, brak de Tweede Wereldoorlog uit. Om toch wat om handen te hebben werd wol gesponnen, dat leverde voor het gezin 40,- per kilo wol op. Ziek en zeer waren ook in die perio de een bron van zorgen. Na de oorlog moest zoon Piet zich melden voor zijn militaire dienstplicht. Drie en een halfjaar bracht hij door in Nederlands-Indië. De jongste, Corrie, was vijf jaar en had klieren in de buik. Ze moest drie maanden op een ledikant liggen voor het raam, maar werd toch weer beter. En ‘t was nog altijd oorlog, er was haast niets te krijgen. Dirk en Piet waren toen ook al groot, maar hadden ook vaak geen werk. Toen zijn we De winter kwam en ik werd erg ziek, brochitus, en kreeg ik hooge koorts. Ik kon vier nachten niet slapen van be nauwdheid en toen vroeg ik aan Docter maar aan het spinnen gegaan. We hebben drie spinnewielen laten maken bij Burg- meijer, maar het was nog wel een beetje moeilijk om te leren. Ik heb hem wel eens in een hoek willen trappen, maar een aan houder wint. We konden het tenslotte heel mooi en geen knobbeltje er in. Dus kregen we wel klanten, soms ver vandaan, want de een zei het tegen de ander dat wij hele mooie wol verkochten. De mensen dach ten dat wij er zoowat rijk van werden. Maar dat was lang niet zoo. We moesten zelf al 100,- voor een kilo wol geven, daar konden we zeven knotten wol van spinnen. Wij verkochten die voor 20,- per knot, dus hadden we veertig gulden verdiend. Piet en ik konden maar twee knotten per dag spinnen. Dirk kon het heel vlug en kon er drie a vier op een dag doen. Nu dan moest ik ze allemaal wassen, want die wol was erg geel van ‘t vet, maar als ik ze droog en schoon had, waren ze spier wit. Ze benijdden me wel eens dat de meisjes zoo mooi in de wol liepen, want ik breide maar mooie truitjes en kniekousjes en wollen borstrokjes. Dat was wel een voordeel, maar ik had het ook altijd razend druk. 2 Afie Hoogeboom- Meester.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1999 | | pagina 4