Op eigen benen staan. Zelf slachten. 39 Vader Wever had in Hoogwoud een bedrijf voor noodslachtingen en handelde in vlees. Wellicht dat op deze wijze de liefde voor het slagersvak bij Jaap is ont staan. Hij volgde de noodzakelijke oplei dingen om zich de kneepjes van het vak eigen te maken. Eind oktober 1942 kreeg hij te Utrecht zijn Vakdiploma, als bewijs dat hij met goed gevolg zijn examen had afgelegd in ‘Vakbekwaamheid als runder, varkens en lams slager’. Deze opleiding en het werken bij andere slagers in de regio kwamen hem, nu hij zelfstandig ondernemer was geworden, goed van pas. Bij de plaatselijke boeren kocht hij zijn slachtvee. Zo wist hij wat hij kocht en door wie zijn dieren waren gemest. Dat wekte vertrouwen en zorgde voor een goede en constante kwaliteit vlees. Door deze aanpak kon hij zijn klanten goede waar voorschotelen en was hij in staat de klandizie en omzet uit te bouwen. Jaap en Riet Wever moesten ervaren dat Waarland een dorp was waar veel slagers uit de regio neerstreken om handel weg te pik ken. Jan Jonker had door zijn manier van zakendoen deze slagers geen strobreed in de weggelegd, maar het jonge en ambiti euze echtpaar wilde deze omzet graag in hun eigen winkellaatje zien verdwijnen. Iedere week kwamen er zeven slagers uit de omtrek naar Waarland. Slager Reinier Snel uit Heerhugowaard-De Noord, Jas per Vos van het Oude-Niedorper Verlaat, Maarten Dekker de slager uit Oude-Nie- dorp, Piet Kuilboer die zijn winkel aan de Spoorstraat te Oudkarspel had, Beem- sterboer de paardenslager uit Zuid-Schar- woude, Piet de Ruyter uit Schagen en vooral Jan Klaver uit Zijdewind haalden heel wat omzet weg. Door hard werken, het leveren van een goede en constante kwaliteit werd het mogelijk een groot deel van het verloren terrein terug te winnen. De slogan ‘Ga de goede kant uit’ paste goed bij deze jonge Was er vanuit eigen dorp weinig of geen aanvoer van slachtvee, dan ging Jaap Wever op maandagmorgen al voor dag en dauw, in de eerste jaren op de brommer, op pad naar Alkmaar om de veemarkt te bezoeken die op het Waagplein werd ge houden. Daar kon hij kopen wat hij wilde. Cees Slijkerman van De Weel reed met zijn veewagen naar deze wekelijkse markt en zorgde ervoor dat de gekochte koeien naar Waarland werden vervoerd. Het was Plaatselijke boeren als Jo Blaauw, Hen drik Bruin, Gebr. Danenberg, Piet Nieuw- boer, Piet Roozendaal, Cees Schrama en Wouter Slijkerman uit De Moerbeek leverden hun slachtvee veelal af bij Jaap Wever. In drukke periodes kwamen de veehouders hun slachtkoe soms al op zon dagavond bij de slager brengen. ondernemers. Op het zakje van fijne vleeswaren stond een ‘verkeerspadde- stoel’ en deze gaf de richting aan naar ‘tevredenheid door goede kwaliteit’. Geen afbeelding van een rund of varken op het zakje. Deze manier van reclame- voeren was bijzonder. Jaap slaagde erin z’n klantenkring uit te breiden naar ’t Veld en Zijdewind, waar ook nog wel wat familie woonde. Enkele van zijn collegae hielden het in Waarland weldra voor ge zien, maar de concurrentie viel niet hele maal uit te bannen. Een zaak van loven en bieden op de Schager veemarkt. Met handslag werd de koop gesloten. Jaap Wever zocht altijd naar de beste kwaliteit slachtvee. zijn belofte inlossen. Samen met Riet en Jaap ging hij naar buurman Jongkind en daar overhandigde hij hun een nieuwe glimmende transportfiets. Een verlaat huwelijkscadeau, maar het werd met dankbaarheid in ontvangst genomen. h®

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1999 | | pagina 41