Hulp in de winkel. Kopers op de kust. 37 Met het uitbreken van de Tweede Wereld oorlog kwamen ook voor Jan Jonker de ‘magere jaren’. Samen met zijn kameraad Gert Dekker Hz. slachtte hij in het ‘boetje van Gert Jonker’, dat ter hoogte van het café van de Weduwe G. Stoop aan de Kerkweg zo’n honderd meter in het land stond. Het clandestien slachten was niet van gevaar ontbloot. De mensen hadden ook niet zoveel geld meer om vlees of -waren te kopen. De voorraden in de win kel werden steeds minder, het assortiment verschraalde en zo nu en dan moest hij, wegens gebrek aan handel, de deur slui ten. Het ondernemen ging hem minder goed af en daarbij kwam dat hij veel offerde aan Bacchus. Dat was er mede de oorzaak van dat de klad in zijn bedrijf kwam. Enkele jaren later was er sprake meeste boeren in Waarland zover te krij gen dat zij de huisslachtingen staakten. Voor Jonker het voordeel dat hij het vlees verkocht en dat hij eindelijk was verlost van deze klussen, die hem feitelijk niets opleverden. De zaak van Jan Jonker raakte steeds meer in de versukkeling. Het zou zo niet veel langer kunnen doorgaan. Er moest wat gebeuren. Toen Jaap Wever met zijn meisje op die herfstachtige avond in okto ber het nogmaals probeerde de slagerij over te nemen, hapte Jonker ineens wel toe. De omstandigheden waren voor Jaap Freek van Schagen was een van de men sen die geïnteresseerd was in de zaak van Jonker. Niet dat Freek wilde omscholen, maar hij was door een slager uit de regio benaderd te informeren naar de vraagprijs van Jonker. Maar Jan Jonker doorzag de plannen van Van Schagen en wilde zijn nering niet aan een concurrent verkopen. Gert Groot, afkomstig uit Hoogwoud, woonde al weer enige jaren in Waarland en had in het voormalige café ‘de Tortel duif’ zijn schildersbedrijf ondergebracht. Gert wist zijn broer Cor Groot slager van beroep en de jonge Jaap Wever te interes seren voor deze ‘moderne slagerij’. Dit tweetal vatte het plan op de zaak geza menlijk te kopen, doch dit ketste af op de hoge vraagprijs van Jonker. van een kleine, maar korte, opleving. Ria v.d. Brun uit Amsterdam kwam met twee kinderen bij de slager over huis en zij zorgde weer voor orde en enige regelmaat in het leven van Jonker. Weldra was het een publiek geheim dat Jonker zijn zaak wilde verkopen, maar aan wie? Winkel en woonhuis op een foto uit 1950. De zaak voldeed aan alle wettelijke voorschriften, zodat Jaap Wever zich ‘modelslager mocht noemen. was Gert eens Gert Jonker, een oom van haar. Claartje hield niet alleen het huis schoon, maar stond ook achter de toonbank en als Jonker hulp nodig had om een van zijn geslachte koei en op te takelen, stond zij menig keer aan de touwen te sjorren, totdat het rund vrij van de vloer kwam en de slager met zijn werkzaamheden kon beginnen. Jan Jonker was een korte gezette kerel en poestig. Als hij zijn wekelijkse rondje door de polders van Waarland maakte om te horen wat voor vlees de mensen wilden hebben, dan schreef hij dat nooit op. Elke bestelling onthield hij en voerde hij per fect uit. Het assortiment was toen wel niet zo groot als nu, maar het kwam niet voor dat hij een verkeerde bestelling afleverde. Tegen het einde van de jaren dertig liet Jonker in zijn bedrijf een koelcel plaatsen en daarmee kon hij zijn klanten vlees en -waren van een nog betere kwaliteit bie den. Jan Jonker was niet getrouwd. Een van de eerste die bij hem kwam werken Claartje Dekker, de vrouw van Lantman. De slager had haar wel ontmoet als zij op bezoek was bij

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1999 | | pagina 39