GA DE GOEDE KANT UIT. Arnold Lantman Jan Jonker. 36 Het was een herfstachtige avond in oktober ’49 toen Jaap Wever vanuit Hoogwoud voor de tweede keer naar slager Jan Jonker in Waarland ging. Hij wilde nog eens pro beren de slagerij van Jonker over te nemen. Vlak na Waarlandse kermis van dat jaar had hij tezamen met Cor Groot uit Hoogwoud al eens een poging ondernomen, maar toen vroeg Jonker teveel in de ogen van dit ondernemende duo. Nu was Jaap Wever vergezeld van zijn meisje Riet Appel uit Spanbroek. Zij was in Waarland geen onbe kende. Er woonde in het dorp veel familie van haar. De rit ging per fiets, het waaide hard en de regen kwam zo nu en dan met bakken uit de hemel. Toch ging het stel ‘de goede kant uit’. Jonker was er dit keer klaar voor om zijn zaak aan Jaap Wever te ver kopen. Binnenkort is de familie Wever een halve eeuw ‘de slager van Waarland’. gelijkmatige toevoer van rook. Plaatselijke boeren waren dikwijls de leveranciers van slachtvee voor Jonker. Bij broer Gert bleef de slager ruim zeven jaar zijn nering uitoefenen. Het waren zeven ‘vette jaren’. In het najaar van 1925 smeedde hij plannen om aan de ‘hoofd weg van Waarland’ een slagerswinkel met woonruimte te laten bouwen. Krap een jaar later stond er naast het schildersbe drijf van Cor van Trienen een kloek woonhuis en een mooie winkel met een slachtplaats. Onder de winkelvloer was een grote kelder gebouwd waarin enkele pekelbaden waren geplaatst. Op deze koele plaats kon hij zijn producten beter bewaren. Ook de pekelbaden waren een uitkomst voor het bloeiende slagersbe- drijf. Jan Jonker kon in zijn nieuwe onder komen vooruit. Bovendien wist hij de Jan was een broer van Gert en Siemen Jonker en geboren te Obdam. Toen zijn moeder, Wilhemina Weel, was overleden vertrok vader Willem Jonker met zijn kin deren van Obdam naar Waarland. Het gezin kwam te wonen aan de Weelweg (nu nummer 22). Zijn broers werden tuin der, maar Jan wilde op een andere manier aan de kost komen. Hij had het land aan het werken op het land. Hij bezat een gezond stel hersenen en een goede han delsgeest. Kort na het einde van de Eerste Wereldoorlog begon hij een handeltje in vlees. Dat ging, in vergelijking met nu, op een primitieve manier. De eisen die de overheid toen stelde, waren nog niet zo streng en Jonker kon zonder problemen met zijn bedrijfje van start. Van broer Gert kon hij wat schuurruimte krijgen. Het was in die tijd gewoon dat bij veel boeren huisslachtingen werden verricht. Een enkele boer slachtte zelf het vetge meste varken, maar de meeste van hen lie ten dat werk over aan de slager uit het dorp of uit de buurt. Jan Jonker verzorgde bij veel boeren deze huisslachting. Dat gebeurde meestal in een van de schuren op het boerenbedrijf. Het vlees, de ham men en het spek waren voor eigen con sumptie. Het spek en de hammen werden gerookt in de schoorsteen. Voor het roken was turf de ideale brandstof, het gaf een goede verbranding en zorgde voor een WAARLAND. WAARLAND. Opening zaak. Vrijdagavond opcudt de beer J. Jonker,- vu.'slager, alhier xjjrr nieuwe taak. tiet geheel gaf een keurig aanzien, allo sourUiu jkrsebwaKu, lagOa netjes ultgcrulii tussohm groen cu bloemen. Itoedr ecaig» jaren was de heer Jnaker nl» slager hier werkzaam cu al was zijn -behui zing wat. |>rihiiti«f, steeds witd -men naar belmoren bediend. Wettelijke voorschriften-t oed-zaakten hem zijn bedrijf te coodeniiictren cn zoo is bij er loe over gegaan, een geheel naar de elwhon de» ifjda ingcntiit» slagerij en winket te la ten bouwen. Door de aanschaffing van da nieuwete con structie vli'f.-chsLijinacliinn Li hj Jn rru.tt, Uètda machinaal toetreden vleescb te leve ren.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1999 | | pagina 38