I 3.Ï?' Op rooftocht. 23 De aanvoer van materieel, voedsel en geld vanuit Engeland verliep traag, zodat het regiment weinig eten kreeg en nauwelijks soldij. Om te kunnen overleven gingen de soldaten uit plunderen. De inwoners van de Slootgaard- en Waar- landspolder hoorden a] gedurende weken het gebulder van de kanonnen. Ze leefden geïsoleerd en hoopten dat deze oorlog aan hen zou voorbijgaan. Ijdele hoop want op de Ambachtsdijk bij Oudkarspel waren Bataafse troepen gelegerd. Verschillende mannen uit de omgeving moesten helpen bij de bouw van een verdedigingsschans. geriefelijker. Iedereen kon wat op adem komen. De vrouwen deden de was, her stelden de kleding van de soldaten, hiel pen de gewonden en zorgden voor het eten. Maria, echtgenote van korporaal Donald Mc Pherson, was ook meegegaan. Zij was acht maanden zwanger toen ze aan boord ging. Tijdens de verplaatsing van het regi ment van Sint Maarten naar Niedorp werd hun zoon Sean geboren. Zo spoedig mo gelijk wilden Donald en Maria hun zoon laten dopen. De legerpredikant behoorde echter tot Anglicaanse Kerk en niet, zoals zij, tot de Presbyteriaanse. Donald Mc Pherson wist dat de Nederlands Her vormde Kerk dicht bij de Schots Pres byteriaanse Kerk stond met een streng cal vinistische leer, sobere eredienst en een democratische kerkorde. Dominee A. Nu- man uit Oude-Niedorp was bereid het doopsel op 18 september toe te dienen. De plechtigheid vond plaats op het koor van de kerk in aanwezigheid van een afvaardi ging van het detachement. Gevonden in de Woudmeerpolder: twee musketkogels; in de Slootgaard: een Engelse munt en een kanonsko gel (zesponder) te Sint Maarten. De doopakte van Sean Mc Pherson uit het doopregister van de Nederlands Hervormde kerk te Oude-Niedorp. Op 19 september explodeerde daar tijdens een aanval van de derde Britse kolonne een munitiewagen. Het geknetter was in de wijde omgeving te horen. Enkele dagen daarna kreeg Jan Jansz., die aan het eind van ’de middelweg’ in de Slootgaard woonde, ‘bezoek’ van een groepje En gelse soldaten. Ze wilden een paard, een wagen en wat hooi kopen. Hij kreeg daar 160,- voor en toen ze weg waren, bemerkte hij dat de soldaten tegelijkertijd een schaap en enkele ganzen hadden mee gepikt. Meer boeren werden met een ongepast bezoek verrast. Kooiker Pieter Gerritsz. Oudezoon miste een tiental een den en bij molenaar Reijer de Moei werd zijn geit gestolen. De inwoners werden angstig en troffen in en om hun boerderijen de nodige maat regelen. Wat ze niet konden voorkomen was dat de Engelsen hun koeien, schapen, hooi, wortelen en zelfs de houten damhek- ken van het land stalen. De schade was aanzienlijk. Gedupeerden konden na de S— co <2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1999 | | pagina 25