ONWIJS GAAF ONDERWIJS (II). Geen gezeur van de meester meer. Met orde is het nooit wat geworde. De gemeenteraad Oude-Niedorp kende geen pardon. Vanaf 1 januari 1862 zouden geen kinderen uit omliggende gemeenten meer worden toegelaten op haar scholen. Met deze maatregel werden de mensen die in het oostelijke deel van de gemeente Haringcarspel woonden het meest getroffen. Hun kinderen konden niet meer naar school en waren lange tijd verstoken van elke vorm van onderwijs. De gemeente Haringcarspel stond voor een voldongen feit. ‘De bewoners van Waarland en de aan grenzende polders hadden sedert onheuglijke jaren hunne kinderen in de gemeente Oude-Niedorp ter schole gezonden als te ver verwijderd wonende van de bestaande scho len in Haringcarspel. Door deze omstandigheden gedwongen besloot de gemeente een school te laten bouwen in Waarland, midden in de polder. voorstel overgenomen, maar was ook nog een stap verder gegaan. Waarland kreeg geen dependance van Dirkshom, maar een eigen school. Het voormalige molenhuis van Piet Volkers zou voorlopig als nood- lokaal kunnen worden gebruikt. Per 1 sep tember 1862 was Gerrit Smit benoemd tot hoofdonderwijzer aan de nieuwe school te Waarland. In afwachting van de bouw van de school met onderwijzers woning vond hij tot die tijd een goed kosthuis bij Ariën Kroon, herenboer en grootgrondbezitter te Waarland. De jeugd van Waarland, Slootgaard en Niedorper Verlaat genoot: voorlopig niet meer naar school. Vanaf 1 januari 1862 niet meer de dagelijkse gang naar Zijde wind of Oude-Niedorp en geen gezeur meer van de meesters Schuchart en Meij- ert Grootes aan het hoofd. Heerlijk toch! Sommige ouders dachten daar wel anders over. Het bestuur van de Waarlandspolder was al in januari met een verrassend voor stel gekomen en tot ieders verbazing had de gemeente Haringcarspel niet alleen het Schoolbehoeften, zoals griffels, leien, schoolboeken, schriften en dergelijke werden besteld bij Boekhandel Herman Coster en Zoon te Alkmaar. Via de school opziener konden schoolbanken worden gehuurd. Meester Smit had een groep vrij willigers zover kunnen krijgen dat zij het molenhuis schoonmaakte en enigszins inrichtte als schoollokaal. De eerste tijd in het noodlokaal verliep redelijk chaotisch. Moeilijk was het om de jeugd weer in het gareel te krijgen. De kinderen waren in middels zo aan hun vrijheid gewend en de ouders hadden zich al weer zo op de hulp van hun oudere kinderen ingesteld, dat het een forse inspanning vergde om ze de klas in te krijgen. Het gezag van Ariën Kroon was hierbij nodig om de ouders te overtui gen van het belang van een eigen school in het eigen dorp. Na een aanloopperiode Joannes, FranGiscus, Wilhelmus SCHUCHART, overleden ih 'l Veld onder Nieuwe Nicdorp, in den ouderdom van 82 jaar en 6 maanden den 10 Augustus 19(4, voorzien van de H.H.Sacramenten der stervenden en begraven den 14 Augustus d.a.v. op hel R.K. Kerkhof in 't Veld. Arnold Lantman - Joop Zutt 12 Meester Schuchart overleed op 10 augus tus 1914. Hij was 19 jaar toen hij als onder wijzer begon aan de Openbare Lagere School te Zijdewind. Tot 1862 kreeg de jeugd uit 'Waarland en de Slootgaard les van hem. Hij bleef tot aan zijn pensionering aan deze school verbonden. Bid voor de Ziel van Zaliger deri Heer Hij heelt d«j wet des Allerhoogste tï on derhouden en een vurhowd mei Heni êc- mnnfcl;.., cn in de beproeving Is hij getnw bevonden. Ecd. XLIV, 20.21. ll< heb een goede strijd gcskcdüii! mijn loopbaan volbracht, het geloof behouden thans is mij de kroon der gerechtigheid loeRClegd. 2 Tim. IV7. 8. Een ccrckrnon jtljn de hoogc jaren, die op de wegen der gerechtigheid gevonden worden. Spr. XVI31. Hcbl mcdriijdcu met mljf gij ten minste, mijne vrienden, watil de hand des Hoeren heelt mij g-etrnlfen. Job. XIX. 21. Helpt mij’door uwe gebeden tui God. Roni, XV. 30. Zoet Hart van Maria, wees mijn heil. (31'10 dagen al la a L) ONZE VADER - WEES GEGROET. Dat hij ruste in vrede. Heer, oeef de zielen der afgestorvenen het eeuwige LICHT I dat zij rusten in VREDE I amen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1999 | | pagina 14