Canada, het beloofde land. Desnoods kruipend terug. want zijn knuisten onder de deken omklemden een stevig stuk karton. De jaren regen zich aaneen en de dagen waren vol van zorg en werk aan en voor het gezin. In de betrekkelijke luwte van de familie en het dorp begon heel lang zaam een andere wind te waaien, een westenwind die van overzee frisse berich ten meebracht voor Cor en zijn gezin. plannen vastere vorm. Het huis en de win kel werden verkocht aan Jan Bruin en zijn aanstaande vrouw Trien Kuijs, die het kruideniersbedrijf nagenoeg op dezelfde voet wilden voortzetten. De organisatie Spar werd ingewisseld voor Centra. De benodigde bescheiden en uitreisvisa werden ingevuld en het hele gezin onder ging, met goed gevolg, de verplichte me dische keuring. Zoon Martien en dochter Mia vertrokken in 1957 alvast vooruit naar Canada en logeerden bij Freek en Bets Vriend. Luus had inmiddels met Arie de Nijs uit War menhuizen verkering gekregen en bleef liever bij hem in Holland achter. Hoe dichter de dag van het vertrek nader de, hoe moeilijker het werd voor vader en moeder Nieuwboer om dit te aanvaarden. Elke dag kwam vader langs, tikte dan tegen het raam en als Annie dan vroeg: ’Wat is er vader?’ antwoordde hij’Ik ben getikt.’ Canada, het beloofde land van melk en honing kwam al nader in het verschiet. De laatste week hij oma Nieuwboer aan de Nieuw- boerweg. Op 13 juli 1958, hartje zomer, stonden ze daar op Schiphol. Cor en Annie Bruin met hun 9 kinderen, bepakt en bezakt met koffers en handbagage. Met gemengde gevoelens van verdriet en hoopvolle ver wachtingen. Het afscheid van familie en Waarland was hen zwaar gevallen. Ze stapten aan boord van het vliegtuig 1 Johan van Oldebarneveldt’de zakdoe- Zo beginjaren vijftig moedigde de Nederlandse regering landgenoten aan te emigreren naar Australië, Canada of Nieuw-Zeeland. De bevolkingsexplosie van na de Tweede Wereldoorlog was daar mede debet aan. De overtochtkosten wer den betaald door een speciaal daartoe opgericht emigratiebureau. Cor Bruin had ook aan de mogelijkheid van emigratie gedacht want hij keek voor uit en was tot de conclusie gekomen dat hij niet eeuwig met het kruidenleren kon doorgaan. Vier kruideniers in een dorp maakten de spoeling dun en gaf te weinig om de vele monden te voeden. Zijn halfzuster Bets, die getrouwd was met Freek Vriend, woonde al een poosje in Canada en stuurde regelmatig brieven naar Cor waarin ze hem aanspoorde toch vooral naar daar te emigreren. Want haar nieuwe vaderland was zo weids en zo mooi. Iedereen die wilde werken kon er zo aan de slag. De familie kon wel bij hen logeren. De brieven misten hun uitwer king niet. Na maanden van rijp beraad, besloten Cor en Annie de grote stap toch te nemen. Pastoor Buurman moest tegen Annie’s vader gaan zeggen dat ze gingen emigreren want zelf durfde ze dat niet. Vader Nieuwboer was kerkmeester en de verstandhouding tussen hem en pastoor Buurman was heel vertrouwd. Allereerst was het van belang dat ze een beetje Engels konden spreken en ver staan. Bij de lessen van de zes jaar lagere school en de boekhoudcursus van meester Raas, die Annie had genoten, zat geen woord Engels. Meester Johan Oud, een zeer geziene onderwijzer in het dorp, leerde hen de eerste Engelse woordjes en nadat ze een stoomcursus Engels in Alkmaar hadden gevolgd, waren Cor en Annie al vrij pittig Engels ‘gebackt’. Naarmate de tijd verstreek kregen de 39

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1998 | | pagina 41