<De stoute ooievaar. Liever moeder dan non. Houge kniese. doel van hun bezoek: een piano! Annie zong er, met vaste heldere stem en rode wangen van opwinding, begeleid door zus Trien aan de piano het lied van ‘Juffrouw Donselaar, wat staan je benen raar’ en ook het voor die tijd gewaagde lied van ‘de stoute ooievaar’. Wat zullen de cafébezoekers hebben genoten van dit spontane optreden. Een andere vriendin van Annie was Truus Bos. Zij woonde aan de Oostkade en Annie liep ’s zondagsavonds altijd met haar op naar haar huis. Onderweg babbel den en giechelden de dametjes dan heel wat af, maar o wee, als ze Gert Dekker, die een oogje op Annie had, op hun pad tegenkwamen. Dan wist Annie niet hoe snel ze de eerste de beste boom moest bereiken om zich daarachter te verstop pen. Het was Waarlander kermis 1929. Het hele dorp verkeerde in een aanstekelijke feestroes. Er werd gedanst en gezongen en in de cafés gingen de brandewijntjes met suiker en het bier gretig door de dor stige kelen. De jongemannen lieten zich van hun beste kant zien en knipoogden eens extra naar de meisjes. Annie was samen met haar vriendin Truus Bos te kermis. Ze had speciaal voor deze kermis haar nieuwe jurkje aangetrokken en het haar was volgens de laatste mode gekapt. Het liep die kermismaandag al tegen het middemachtelijk uur, toen Cor Bruin op haar toeliep en vroeg of hij haar naar huis mocht brengen. Annie reageerde niet direct alhoewel ze na hun eerste ontmoe ting op de Warmenhuizer kermis eigenlijk stilletjes een beetje verkikkerd op hem was gebleven. De muziek speelde nog een vrolijk deuntje en Cor maar wachten op het verlossende antwoord. Na minuten die uren leken te duren keek hij Annie recht in d’r ogen aan en zei toen laconiek:’Nou, graag of traag.’ Een stief kwartiertje later liepen beiden armpje door richting Nieuwboerweg. Piet Nieuwboer en zijn vrouw waren in genomen met de keus van hun dochter. Ze vonden Cor Bruin een goede partij en hij was, wat heel belangrijk was, van dezelf- Dat is de stoute ooievaar, die kent toeft iedereen. Mij brengt de baby’s en hij bijt de meisjes in d’r been. Als straks die stoute ooievaar ons in verlegenheid zoo’n allerliefste baby brengt 'n beetje voorz’n tijd. Tapa, mama zet de beschuit met muisjes klaar. Papa, mama daar kpmt de ooievaar. ‘Man vertrouw je vrouwtje niet. Ze kan geen geheimen houwen, want onder de koffie en de kpek vertellen ze in vertrouwen. Vrouwen zijn nu eenmaal zoo. (Dat kun je niet verhinderen. Ze flappen er van alles uit net als kleine kinderen. De natuur is streng rechtvaardig, ieder houdt zich eigen waardig. Ieder plantje, mensje, diertje houdt z’n taak Monden (aten zich dresseren, katten moeten muizen weren. T,n de beren plagen ons maar al te vaak en wij zelf zijn als marionetten buigen ons voor hogere wetten. De een moet arm zijn de ander leeft in praal en pracht. iVe laten ons trotseren en moeten reclameren naar hem die ons op aarde heeft gebracht. Net zoals alle jonge katholieke meisjes van haar leeftijd ging Annie voor de voor bereiding van haar eerste H. Communie naar de leering, die in het nabij gelegen dorp ’t Veld werd gegeven. De lagere school in Waarland was in die tijd nog een openbare en voor godsdienstonderwijs waren de kinderen aangewezen op de katholieke school van hun parochie. De Waarlanders en de Veltemers verstonden elkaar slecht en lieten dat blijken door elkaar uit te jouwen voor Waarlander kletskoppen en Veltemer moppen. Pastoor Voilering was een herder met gezag en de kinderen keken hoog tegen deze invloedrijke man op. In alle meisjes zag hij kandidaten voor het klooster en toen hij op zekere dag tegen Annie zei:’Je ziet eruit als een Vrouwe van Nazareth’ (kloosterorde), schrok Annie zich een hoedje en weg was ze. Ze werd liever de bruid van Cor Bruin dan een non in het klooster. is

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1998 | | pagina 37