De stemming.
Links: Jo Dekker.
Rechts: Jaap Hoebe.
Poldervoorzitter Jaap Hoebe presenteerde
daarbij steevast zijn rekenvoorbeeld met
het aantal koolplanten per snees (ruim
twee aren) ‘In de vaarpolder -oude situ
atie- is het mogelijk om 400 koolplanten
per snees te zetten. Na de verkaveling kan
dat aantal met 25% worden verhoogd,
hetgeen een mééropbrengst oplevert van
100 kilo. Dat is per hectare 4000 kilo.
Tegen een redelijke prijs van één stuiver
per kilo zou één hectare kool ruim
f. 200,- meer opbrengen, terwijl de
geschatte verkavelingskosten f. 87,50
zouden bedragen.’ Veel tuinders vonden
Hoebe een knappe prater die goed kon
cijferen, maar ‘het geloof’ was er voor
velen nog niet bij. Ook de Centrale
Cultuurtechnische Commissie had een
kostenberekening gemaakt. Daarin had
men becijferd dat het aantal meters sloot
kant danig minder werd. Het afsteken en
het opzetten van de kanten maar ook het
hakken en wieden zou minder tijd vergen.
Het krozen en baggeren verminderde ook
aanzienlijk en het spitten van de kopein-
den kwam veel minder voor. In samen
spraak met beide polderbesturen stelde de
Centraal Cultuurtechnische Commissie
een plan voor de verkaveling op. Een plan
met wegen en vaarten, alsmede een uit-
werkingsplan. De uiteindelijke kosten
werden becijferd op een bedrag van
2.546.670,-. Hiervan kwam 75% in
aanmerking voor subsidie. Voor die tijd
een hoog percentage. De uiteindelijke
verkavelingslasten zouden 87,50 per
hectare bedragen, door de grondeigenaren
te betalen gedurende dertig jaar.
Vrijdag 15 oktober 1948 was het zover. In
‘de Posthoorn’ zou de beslissende stem
ming gehouden worden. De zaal zat bom
vol. De polderbesturen, tuindersvereni-
ging L.T.B. en Rijkstuinbouw Voorlich
tingsdienst hadden al het nodige gedaan
om de stemming tot een positief einde te
brengen. Een belangrijke steun in de rug
was de regel in de Wetgeving, dat de stem
van de niet aanwezige landeigenaren als
zijnde vóór zou worden beschouwd. De
meeste middenstanders kwamen niet naar
de vergadering. De tijd ontbrak hen zoge
naamd. Een smoes om maar niet openlijk
voor hun stemgedrag te moeten uitko
men. Hun positie was immers kwets-
bouw Voorlichtingsdienst verstrekte de
nodige informatie. De verkaveling zou
kunnen zorgen voor andere teelten en zou
daardoor betere bedrijfsuitkomsten kun
nen leveren. In de Waarlandspolder was
de bebouwing van het areaal tot dan als
volgt: 40% pootaardappelen, 40% kool,
20% diversen, waaronder tulpen, irissen,
prei, slabonen en zilveruien. Er waren een
enkele boomgaard en een paar kassen in
gebruik. De oppervlakte water in de
Waarlandspolder zou worden terugge
bracht van 14,64% naar 1,5% van de
oppervlakte.
1 R