Situatie voor de ruilverkaveling. Voorlichting. De Slootgaardpolder had nog alle ken merken van een droogmakerij. Door het midden van de polder voerde een weg. Alle vervoer vond over deze weg plaats. Gevaren werd er niet of nauwelijks in de Slootgaard. De ontwatering van tal van percelen liet evenwel nog wel eens te wensen over. De Waarlandspolder had alle kenmerken van ‘oud’ land. De oudste bebouwing, meestal stolpboer derijen, stond aan de ringsloten rond Waarland. Enkele slingerwegen, Waar- landsweg, Kerkweg, Weelweg en Veluwe- weg ontsloten de polder. Het was ook een echte vaarpolder. Ruim 14]/2% van de oppervlakte werd door water ingenomen. In de Waarlandspolder was de gemiddel de bedrijfsgrootte 2 a 3 ha, in de Sloot gaard 3 a 4 ha. Nu de polderbesturen dit belangrijke besluit genomen hadden, was het van het allergrootste belang dat hun plannen wer den geaccepteerd door de bevolking. Tuinders en eigenaren moesten in een stemming hun goedkeuring geven. Eige naren zouden een beslissende stem heb ben. Goede voorlichting moest hen over de streep trekken. Meerdere vergaderin gen werden door de polderbesturen uitge schreven. Ook de plaatselijke afdeling van de L.T.B. onder voorzitterschap van Jo Dekker (de latere voorzitter van de Plaatselijke Commissie) liet zich niet onbetuigd om de voordelen van een ruil verkaveling te propageren. De Rijkstuin- ders ter sprake. Er bleek onverwachts een grote eensgezindheid. Als we het nu eens samen aanpakken?! Op 18 januari 1947 richtte het bestuur van de Waarlandspolder een verzoek tot ruil verkaveling van haar polder aan het College van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. Het polderbestuur van de Slootgaard volgde met een gelijkluidend verzoek op 3 februari 1947. De Centrale Cultuurtechnische Commissie te Utrecht had inmiddels een rapport samengesteld, waarin de commissie het College van Gedeputeerde Staten verzocht een gunsti ge beslissing te nemen. voor een bedrag van 3.000,-. Dit plan moest van de vergadering verder worden onderzocht. Het bestuur vroeg een gesprek aan met Ingenieur F.L.A. Maandag, rijksconsulent voor de provin cie Noord-Holland. Maandag vond het voorstel te mager en geen afdoende op lossing. Hij zag een goede en blijvende oplossing in een radicale aanpak. Al met al gebeurde er nog steeds niets. Bijna een jaar later bracht een bericht van het Nederlandse Stoomwezen weer leven in de brouwerij. In 1878 was er naast de molen een stoomgemaal gebouwd. Het Nederlandse Stoomwezen deelde mee, dat de ketel van het stoomgemaal nog slechts twee jaar mocht worden gebruikt. Het bestuur zat met de handen in het haar. Een niet bedrijfszekere molen én een bijna afgekeurde stoomketel. Men moest er niet aan denken wat er kon gebeuren bij grote hoeveelheden neerslag. Het bestuur zou zeker aansprakelijk worden gesteld bij schade van betekenis. Besloten werd aan te kloppen bij de naaste buur: de Slootgaard. Dinsdag 29 oktober 1946 kwamen de besturen van beide polders bij elkaar in ‘de Posthoorn’. Het polderbe stuur van Waarland bestond uit Jaap Hoebe voorzitter, Jan Bruin Pzn., Piet Danenberg, Gert Jonker en Piet Nieuw- boer. De Slootgaard werd bestuurd door dijkgraaf Cees Bakker en molenmeesters Arie Klaver, Piet Nieuwboer, Lou Poland en Piet Wester. Het polderbestuur van Waarland legde haar problemen op tafel en vroeg de collega’s om hulp. Fijntjes herinnerde, ‘hierzo eh deerzo’ Lou Po land de collega’s eraan dat deze vraag al eens in 1925 was gesteld en toen door het bestuur van de Slootgaard. In dat jaar was voorgesteld om samen de kosten te beta len van een nieuw electrisch gemaal in de Slootgaardmolen. De polder Waarland zou dan ook gebruik maken van dit nieu we gemaal. Helaas had de Waarlandspol der er toen geen oren naar. Een (afjgedane zaak. De Waarlandspolder kreeg van het bestuur van de Slootgaard polder nü -sans rancune- toestemming om in geval van nood het overtollige water via het gemaal in de Slootgaardmolen op het boezemwater te lozen. Een echt afdoende oplossing was dit natuurlijk niet. In deze zelfde vergadering kwam ook een ruilverkaveling van beide pol- 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1998 | | pagina 19