De Waaiimds molen. Een opname uit 1950. dijk gesloten en beschermde het gebied tegen de zee. Waarland echter als een eiland, ongeveer U/2 meter boven de waterspiegel van de omringende meren zoals Schaapskuil, Bleekmeer, Witsmeer en Slootgaard. Door inklinking is dit hoogteverschil teruggebracht tot circa 40 centimeter, maar is nog altijd zichtbaar als men in Waarland over de Karspel- of Waarlandsweg rijdt. De Slootgaard is ont staan door drooglegging van het meer ‘de Slootgert’; een initiatief van Jonkvrouwe Sabina van Egmond en in 1590 uitge voerd. en Schagerwaard- kwam later geheel te vervallen. Aan de Oostkade is de toegang tot de ‘oude ringsloot’ nog herkenbaar, maar ook nu nog is deze ‘oude ringsloot’ voor een deel nog te vinden tussen Waarland en de Slootgaard. Het land was de vorige eeuw voorname lijk in gebruik als grasland met uitzonde ring van het zuidoostelijk deel van de Waarlandspolder. De opbrengst van de zelfgemaakte kaas was in die tijd beter dan die van tuinbouwproducten. Met de bouw van de sluis in 1912 nabij de molen van de Waarlandspolder veranderde de situatie. De tuinders kregen de mogelijk heid om hun producten naar de veiling te brengen. De tuinbouw leefde op. De tuin- derszonen uit de grote katholieke gezin nen wilden graag een eigen bedrijf begin nen. De prijzen van tuinbouwgrond lie pen op en enkele grote veehouders ver kochten voor goed geld hun bedrijf aan verschillende kopers. De percelen werden omgeven -en dikwijls doorsneden- door bevaarbare sloten. In de Waarlandspolder groeide een versnippering van het grond bezit. Uit archiefstukken van de familie Van Foreest blijkt dat er in 1654 is geprobeerd de ringsloot tussen beide polders af te dammen. Vanuit het Geestmerambacht bestonden er tegen deze voorgenomen ‘toedamming’ evenwel grote bezwaren (acte van protest van 27 november 1654) en het voornemen is dan ook niet uitge voerd. Pas in 1823 ging de scheidingssloot wèl dicht. Op 3 juli 1823 vroegen beide pol derbesturen aan het bestuur van Geest merambacht formeel om toestemming: Wij, ondergetekenden, dijkgraaf en mo lenmeesteren van Waarlandspolder als mede de Slootgaardpolder, liggende in de gemeente Harenkarspel, verklaren zo voor ons, als voor de ingelanden deselve polders dat wij ons bij requeste aan de directie van de Waterstaat hadden ge adresseerd, ten einde ware het mogelijk de vrijheid te obtineren tot het leggen van dammen, aan de oosteinde en het west- einde van de vaart lopende tusschen onze polders, oost- en westwaarts heen, en welke vaart also is belend met het Waar landspolder ten zuiden en de Slootgaard polder ten noorden met intentie deze sloot of vaart te stoppen en onbruikbaar te ma ken.’ De scheidingssloot tussen de polders werd afgedamd. De kade langs de sloot had daarom geen waterkerende functie meer en kon worden geslecht. De sloot zelf, die -althans volgens het Kadaster- voor het noordelijke gedeelte op naam van de Slootgaardpolder stond, werd in haar geheel bij de Waarlandspolder gevoegd. De voorwaarde van Geestmer ambacht om -het in bevaarbare staat hou den van de ringsloot tussen de Slootgaard 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1998 | | pagina 17