Vrachtaanvoerder Piet Droog. 7 I 25 25 20 15 cent cent cent cent De schuur van Piet Droog aan de Weel is verbouwd tot woning. Het opschrift ’Trio’ duidt erop, dat Piet Droog, Cornelis Trompetter en Frans en Vrouwtje Jong. Piet Droog is op 26 april 1887 in de gemeente Oude Niedorp geboren. Hij was de middelste van de zeven kinderen van Dirk Droog en Agie Commandeur. Hij deed zijn achternaam geen eer aan, want hij koos voor een leven op het water. Zijn eerste baantje was dan ook schippers knecht bij Tinus Bruin uit Waarland, die zich ’eigenhandelschipper op Rotterdam’ noemde. Op 10 mei 1912 trouwde Piet Droog met Vrouwtje Jong en zij gingen wonen aan de Kerkweg te Waarland, (nu: het huis van de fam. W. Dijkman, Kerk straat 77). Hier werden hun kinderen Agie en Cor geboren. Drie jaar later verhuisde het gezin naar De Weel. Piet Droog was toen tuinder en in 1916 sloot hij een maat schap met Cornelis Trompetter, een bou- wer-handelaar uit Noord-Scharwoude en met Frans Jong, ’F.C.’, handelaar en administrateur te ’t Veld. Ze kochten een motorschuit om aardappelen en kool te vervoeren. Voor de opslag van deze pro ducten werd er een schuur bij de woning van Piet Droog gebouwd. De schuit en Piet Droog schuur kregen beide de naam: Trio. In 1920 kwam er een eind aan het drieman schap en Piet Droog kocht zowel de schuur als de schuit. Piet Droog vond het werk op het land niet echt leuk en wilde graag als vrachtaan voerder aan de slag. Met dit ’nieuwe’ beroep dacht hij zijn brood te kunnen ver dienen. De bouwers waren veel tijd kwijt met het vervoer naar en het wachten bij de veiling. De tuinder betaalde aan Piet Droog alleen de vracht en het risico bij het vervoer was voor de schipper. Hij ging samen met zijn knecht Hendrik Tamis op zoek naar klanten. Dit lukte. Zes dagen per week haalde hij zijn vracht jong hier hun bedrijf op bij tuinders uit Zijdewind, van De startten. vaart van de Heerhugowaard en de Twuijversloot in Noord-Scharwoude. Na herstelwerkzaamheden in 1746 en 1875 werd de sluis in 1923 vergroot. Jaarlijks werd de sluis verpacht en werden de sluisgelden vastgesteld. In 1900 bedroeg het pachtgeld f. 911,- en de tarieven van de sluis waren als volgt: een damschuit 18 a 20 ton een trek- of veerschuit boeier, kleiner dan damschuit praam driekwart praam, platte schuit 12.5 cent open boeier, halve praam, platje 7.5 cent klein schuitje 5 cent De Ambachtssluis is er nog steeds, maar doet na de verkaveling van het Geestmer- ambacht geen dienst meer. Een andere mogelijkheid om per schip in het Geestmerambacht te komen was van uit de ringsloot van de Speketerspolder door de sluis van Oudkarspel. Deze sluis, gebouwd in 1912, is omstreeks 1970 ge sloopt. Het transport van producten naar een veilpunt bleef echter veel tijd vergen. Enkele ondernemende figuren wilden dit vervoer voor de tuinders wel regelen en zagen brood in een eigen vervoersonder neming. Eén van hen was Piet Droog.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1998 | | pagina 9