UIT HET DAGBOEK
VAN EEN NEGENTIGJARIGE
WESTFRIESE VROUW.
Joop Zult
Op de hoek van ’t Zijdwerk.
Afie Hoogeboom-Meester.
2
Een verdubbeling van zijn loon kon en mocht Arie Hoogeboom niet afslaan.
Vijfendertig gulden in de week werd het in plaats van de schamele zestien gulden.
Arie Hoogeboom had er grote moeite mee om na 25 jaar afscheid te nemen van zijn
baas. Toch nam hij de beslissing, mede op aandringen van zijn vrouw. In deze afle
vering beschrijft zij de verhuizing van het gezin. Op de bonnefooi werd een huisje
gehuurd in Wervershoof voor een rijksdaalder per week. Ongezien. Het schoonma
ken duurde een week. Ook beschrijft ze in deze aflevering de viering van het 12lh
jarig huwelijksfeest. ’Die dag kostte 30,- en dat geld kreeg ik ook zoowat weer
terug.’
Nu Pa zegt tegen Jan Frederiks: ’Hoe
moet dat nu met een huis?’ ’O’, zegt Jan,
die was erg gemakkelijk, ’dat komt wel.
De eerste zes weken kom je maar bij mij
in de kost en bijdat komt er wel wat.’
Nu dat gebeurde, dus ik was zes weken
alleen. Pa kwam dan iedere week
Zondags thuis, zoowat met 40,-, want
kostgeld hoefde hij weinig te betalen. Hij
kwam op de fiets Zaterdagsavonds. Dat
duurde zoo zes weken en toen schreef
mijn zuster Geertje, die in Wervershoof
woonde, dat daar een huisje leegstond op
de hoek van ’t Zijdwerk. Ze schreef:
’Misschien kunnen jullie dat wel huren.’
Nu wij direct geschreven naar die huur
baas, die woonde in Hoogwoud. En ja
hoor, dat ging voor een rijksdaalder in de
week. Dus ik al gauw aan ’t inpakken. Nu
alleen met zeven kinderen was dat nog
een heel werk. Met het verhuizen heeft
mijn Vader en mijn broer mij geholpen.
Arie kon er geen dag voor vrij krijgen. Nu
alles moest eerst in een grote schuit, want
we woonden in een zijpad, (die heette de
Butterlaan, aan één kant huizen) Dus alles
moest vanuit de schuit weer in een vracht
auto en ik hoopte dat ik en de kinderen
daar ook mee konden. Maar dat ging niet,
dus moesten wij met een tactie. Het was
koud en mistig weer op 14 November
1929. Nu we gingen het huisje voorbij en
eerst maar naar Tante Geertje om even bij
te komen.
Toen we er langs gingen zei ik tegen de
chauffeur: ’t Was net of ik een beetje vuur
zag in de kamer.’ Want dat huisje stond