Ramptoerisme.
Maatregelen.
Preek van de dominee.
I
Het gat in de kade van de
Bleekmeerpolder.
Foto: A.C. Smit.
Ook toen was er al sprake van ramptoeris
me. Tot de aanleg van deze twee dammen
het onmogelijk maakte, voeren vele tuin
ders uit Heerhugowaard, Langedijk,
Dirkshom, Waarland en Wannenhuizen
met hun vletten en punters de ondergelo
pen polder in. In het weekend kwamen de
mensen van heinde en verre. Het zag er
zwart van de mensen op de kaden van de
Koog- en Bleekmeerpolder. En wie zag
men met statief en zware camera tussen
de harde werkers en het veelkoppige
publiek? Inderdaad: Jan de Bakker, onze
amateur-cineast en bioscoop-exploitant.
De overstroomde polder en het herstel-
werk werden door hem op een film van
vijftien minuten vastgelegd. Tijdens de
tweede kermis van Oudkarspel -die van
Luizeknip- werd de film door hem ver
toond. Een deel van het entreegeld werd
door De Bakker ter beschikking gesteld
aan gedupeerde tuinders.
Zondagmorgen 28 augustus zou dominee
Gijsbert de Leeuw voorgaan in de dienst
van de Nederlands Hervormde gemeente
te Oudkarspel. In zijn preek wilde hij aan
dacht besteden aan de overstromingsramp
in de Bleekmeerpolder. In zijn ogen was
de oorzaak van de ramp vooral gelegen in
het achterstallig onderhoud van met name
de duiker tussen de twee polders. Een
goed polderbestuur had hier veel meer
malen kon worden. Het PEN verzocht,
uiterst formeel, de inhoud van het tele
gram schriftelijk te bevestigen! Het pol
derbestuur moest daarin bovendien ver
klaren alle kosten van deze operatie voor
zijn rekening te nemen!
Dijkgraaf G. Bos Wzn. van het Ambacht
van West-Friesland, genaamd Geestmer-
ambacht, kwam zich persoonlijk op de
hoogte stellen. Hij gaf toestemming om
aan weerszijden van de kapotte duiker en
het gat in de polderkade een dam in de
ringvaart te maken, zodat het water in de
Raaksmaatsboezem in ieder geval weer
op (vaar-)peil kon worden gebracht. Voor
de Roskamsluis te Noord-Scharwoude lag
al een schip met briketten te wachtenMet
de aanleg van de dammen werd direkt
begonnen. Bij het werk werden heitoe-
stellen ingeschakeld.
Het polderbestuur kwam dinsdagochtend
meteen al in vergadering bijeen onder lei
ding van dijkgraaf C. Over. Allerlei maat
regelen moesten worden genomen om in
ieder geval verdere schade te voorkomen.
Het eerste dat werd aangepakt was het
beschermen van de Koogpolder. Koster
had immers de duiker aan de kant van de
Koogpolder dicht gezet. De duiker werd
daarom doorhakt en onder leiding van
polderbaas Tauber werd een zware dam
wand in de dijk geplaatst, die met zakken
modder werd verzwaard.
Burgemeester A.C. Kroon van de ge
meente Oudkarspel bracht het college van
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
van de ramp op de hoogte. Zijn collega
van de gemeente Harenkarspel, J. Burger
Jzn., -de Bleekmeer lag in deze gemeente-
nam kontakt op met de Commissaris van
de Koningin, mr. A. Roëll. Deze adviseer
de de burgemeesters een comité te vor
men ter leniging van de noden. Het
comité zou zich dienaangaande moeten
richten tot de ’Algemene Vereenigde
Commissie ter leniging van Rampen door
Watersnood’ te Amsterdam.
Het polderbestuur stuurde een telegram
naar het PEN te Bloemendaal met het ver
zoek zo snel mogelijk voor een tijdelijke
aansluiting te zorgen, opdat de polder met
behulp van electrische pompen droogge-
overstroomde polder stond het water op
sommige plaatsen meer dan één meter
hoog. Met een schuitje kon men in de pol
der rondvaren zonder de akkers te raken.
Het peil van de Raaksmaatsboezem was
met bijna een halve meter gezakt.
6