Welgeb Heer
Terug naar Jacobs jeugd.
Uw Ed hr
/get/ M. Kroon
Mr. Jan Jacob van Reenen,
vader van de latere burgemeester van
Bergen, Jacob van Reenen.
In deze vergadering van het voltallige
bestuur werd de derde opeenvolgende
Agenant benoemd tot molenaar van de
Schaapskuilmeerpolder.
Hoog Welgeb Heer Mr. J.J.H. van Reenen
te Bergen
Het bestuur en ook Jacob was niet tevre
den met deze situatie. Ze besloten om
aktie te ondernemen, zo blijkt uit een brief
van 25 oktober 1881 van penningmeester
M. Kroon te Oudkarspel:
Bij dezen bericht ik Uw Ed Geb.: ik de heeren Rezelman en
Wonder tegen Zaterdag 29 dezer des morgens ten 11 ure heb uit
genodigd in ”den Toelast” bij den heer de Vries te Alkmaar te
compareren om over te gaan tot de benoeming van een mole
naar. U Ed daar hoopende te ontmoeten.
Noemde mij. Met hoogachting en aanbeveling.
Jacob was de jongste zoon van Arie en
Catharina Agenant en bezocht de lagere
school te Waarland. Om daar te komen,
liep hij dagelijks vanuit de Schaapskuil
over de kaai, langs de Waarlands molen,
over een bruggetje en een pad naar de
school van meester Appelboom. Jacob
maakte gemakkelijk vriendjes en speelde
na schooltijd wel eens bij hen thuis,
’s Zondags gingen zijn katholieke kame
raadjes naar de kerk te ’t Veld of Tuitjen-
hom. Hij moest met zijn vader en moeder
mee naar de hervormde kerk.
Vanaf zijn twaalfde jaar werkte Jacob bij
verschillende boeren in de omgeving.
Toentertijd was hij graag bij zijn katholie
ke buurman Piet Nieuwboer. Samen kon
den ze goed praten over het bedrijf, over
het leven en het geloof. Ook kwam Jacob
in contact met Gerrit Bakker uit de
Smeugel. Deze oud-zouaaf vertelde over
zijn belevenissen daar in dat verre Rome
en de reden waarom hij de pauselijke
Staat had helpen verdedigen.
Zijn beste vriend was Evert Strop, die met
zijn vrouw Guurtje Noordstrand aan de
Waarlandskade (nu: Westkade 10) woon
de. Veel winteravonden kwam Jacob daar
en luisterde aandachtig naar wat Evert
zoals het schouwen van de sloten, het
snijden van riet, het onderhoud aan de dij
ken en het vangen van mollen. En wan
neer er in het molenhuis een vergadering
van het polderbestuur was, moest Arie ’de
hoge heren’ vanuit Oude Niedorp en
Oudkarspel met zijn schuit ophalen. Zijn
vrouw zorgde dat er drank en een heerlij
ke maaltijd op tafel stond en ook deze
kosten werden vergoed.
Het molenaarswerk was eigenlijk een bij
baan. Arie verhuurde zich als arbeider bij
boeren in de Waarlandspolder en in de
Sloeierd. Financieel ging het hem toen
voor de wind en hij kocht in de Waar
landspolder enkele akkertjes land met een
totale oppervlakte van ruim 2 bunder.
Na ruim vijfentwintig jaar huwelijk brak
er een verdrietige tijd aan voor Arie en
Catharina Agenant. Binnen vijfjaar over
leden drie van hun kinderen.
Op 8 november 1880 overleed Arie
Agenant op achtenvijftig jarige leeftijd en
kort daarop zijn vrouw Catharina.
Hun zoon Jacob heeft bijna een jaar lang,
zonder benoemd te zijn, het molenaars
werk van zijn vader overgenomen.
In het polderbestuur was dijkgraaf Jan
Wonder Pz. uit Oude Niedorp opgevolgd
door Mr. Jan Jacob van Reenen uit
Bergen. Deze had in 1851 op een veiling
voor f. 50.000,- de eigendommen van
jonkheer W.P. Bannaart gekocht, waaron
der de Heerlijkheid Bergen met een
oppervlakte van 1637 ha. en de ruim 14
ha. land in de Schaapskuil.
17
f