Wat zitten jullie netjes.
Met recht in de boot.
C
3
We zijn in Heer Hugowaard getrouwd op
7 Augustus 1917. De H.Mis was al om
half acht, dus we moesten al vroeg op.
Arie zijn Moeder was met de schuit geko
men, want die kon toen al slecht lopen, en
bleef zoolang maar bij ons thuis. Wij en
de hele andere familie gingen toen lopen
de naar de kerk, dat was nog een half uur.
Maar ja, dat moest, er waren nog geen
auto’s. Nu het was een stille Mis, die
koste tien gulden, want gezongen was
veel duurder en dat konden we niet beta
len. Het feest was bij ons thuis in de
kamer, maar het was die dag snik heet en
dus gingen we allemaal buiten zitten. Een
orkest was er niet bij, maar mijn twee
broers konden goed harmonica spelen dus
hadden we er evengoed muziek bij. Om
twaalf uur was het feest afgelopen. Heel
gezellig geweest, en moesten we weer
met de schuit naar huis, dus we zaten wel
met recht in de Huwelijksboot. Nu ons
huisje was al kant en klaar, dus we konden
er zoo in, en blij natuurlijk. Arie moest de
volgende dag na de middag weer te werk,
dus we konden lang slapen.
Puddingzeep, vies vet en slabo-
nen.
’De H. Mis al om half
acht’
Huwelijksakte van Arie
Hoogeboom en Aafje
Meester, getrouwd op
7 augustus 1917 in Heer-
hugowaard-Noord.
Het was nog mobilicatie, dus veel eten en
zeep en zoo was nog op de bon, en dat
was allemaal zoo slecht! De eerste dag
moest ik vanzelf eten koken, maar ’t was
zulk vies vet. ’t Stonk ’t huis uit. Dat was
een slecht begin. Smerige kleren zag je
toen aan de lijn, want die zeep was
We zijn 19 Juli Bruid en Bruidegom
geworden, en daags daarna was ik jarig.
Toen moest ik naar Bijman te piepers
roden van 4 uur ’s morgens tot 7 uur ’s
avonds. Hij zei: ”Nu is het toch wel erg,
een jarige Bruid op de akker.” Dat heb ik
de hele Bruidstijd gedaan tot aan mijn
trouwdag toe, want ik wilde toch nog
graag een klein uitzetje bij elkaar zien te
krijgen. Maar we zijn armoedig begon
nen. Een knap bed konden we niet kopen.
Dus ik heb een grote sloop gemaakt en er
was een dorsmachien in de buurt, en heb
ben er toen haverdoppen ingestopt. Maar
het sliep er lekker op. Arie kon wat huis
raad ovememen van een buurman. Een
karpet, dat was met zwarte en rooie stre
pen, een theetafeltje en een gewone tafel,
daar had ik een nieuw katoenen kleed op,
wit met groen. Van de buren kregen we
een grote spiegel en van mijn buren geld
en van de familie geld. Samen 60 gulden.
Daar hebben we nieuwe stoelen en nieuw
balatum voor gekocht. Nu we hadden een
kleine woning, een kamer met een heel
klein keukentje en nog een klein vierkant
hos je met een glazendeur zoo half dan.
Het was een lang huis, want wij woonden
voor, en de buren achter, die hadden ook ’t
zelfde. Nu we waren over gelukkig. Een
paar dagen later kwam er een bouwer
waar Arie altijd het land voor ploegde,
want dat deed hij niet alleen voor zijn
baas, maar ook voor andere bouwers. Hij
zei: ’’Kinderen, wat zitten jullie netjes.”
Nu dat vonden we zelf ook, we waren de
koning te rijk.
die f
L-C-t ex.
Anno 19
niatrimonium contraxeiunt in hac pcroecir.
mensis
die
natus anno ZJ’Z
z i
et
die
et
ex.
coram testibus:
et
I
et me
et
nata anno /fat