VAN DE SLOOTGAARD GESPROKEN.
We schrijven 1593. Het was al weer
enkele jaren geleden dat het meer de
Slootgaard van water in land was her
schapen. Met inzet van honderden
mensen was deze klus in 1590 geklaard.
Een jaar later dan verwacht was, werd
de polder na uitmeting en verkaveling
in gebruik genomen door de pachters
van Sabina van Egmond en de heren
bedijkers, Steenborn, Schouten en
Sonck. De eerste boerderijen werden
gebouwd. Natuurlijk langs de ring-
sloot, dat was immers de meest geëigen
de plek om de produkten te kunnen
vervoeren naar de marktplaatsen in
Schagen of Alkmaar. De eerste boerde
rij in de Slootgaard werd zeer waar
schijnlijk gebouwd op de plek waar nu
de stolpboerderij Slootgaardweg 41
staat.
Na enkele jaren konden de bedijkers
hun rekening opmaken. De kosten van
de bedijking en drooglegging bleken
fors hoger te zijn uitgevallen dan oor
spronkelijk begroot. Het werk was ver
traagd, het land was voor het gebruik
een jaar te laat uitgegeven en tot hun
verrassing bleek de oppervlakte een
stuk kleiner te zijn dan bij de aanvang
was verwacht. Ze hadden de sloten ech
ter gegraven op basis van de verwachte
grotere oppervlakte, dus breder en die
per dan strikt noodzakelijk bleek te
zijn. Steenborn, Schouten en Sonck
besloten opnieuw met het Graafschap
van Egmond in onderhandeling te
Een brief aan Lamoraal van
Egmond.
Jonkheer Emmanuel Steenborn, Meester
Willem Schouten en Anthonis Sonck
besloten een brief te schrijven aan Graaf
Lamoraal van Egmond. In deze brief werd
een hele waslijst vermeld van alle proble
men, die zij hadden ondervonden tijdens
de drooglegging en inpoldering van de
Slootgaard. En dat was nogal wat. Zij
begonnen hun brief met vermelding van
de voorgeschiedenis. Zij betoogden dat
het meer de Slootgaard vrijwel tot een
moeras was geraakt en dat de bodem
steeds meer was opgehoogd, zodat de
eigenaars van naastgelegen land de land-
aanwas langzaam maar zeker in gebruik
namen en bij hun perceel trokken.
Hierdoor was het land van het Huis van
Egmond afhandig gemaakt. Bevonden
was dat het ’goet ende profijtelick voor
den huijse van Egmond soude sijn den
Slootgaerd te bedijcken ende het water
gaan. Hier stuitten zij echter op een
onverwacht probleem. Sabina van
Egmond was op 14 maart 1595 te Delft
getrouwd en haar jongere broer,
Lamoraal van Egmond, had daardoor
de rechten van het Graafschap in han
den gekregen. Deze Lamoraal was ech
ter moeilijk aanspreekbaar. Hij ver
bleef meestentijds in Frankrijk en
overal waar hij kwam, liet hij een spoor
van schulden na.
Het kasteel van de Graven
van Egmond. Op 7 juni
1573 ging dit imposante
kasteel in vlammen op.
Het begin van de teloor
gang van de machtige
Graven Van Egmond.
35