ji
Tot slot.
’Het einde van de conservenfabriek’
kwam in 1973 toen bij het Kadaster de
aanduiding ’fabriek’ werd geschrapt.
In 1977 is de woning aan de Slootgaard-
weg 20 verkocht en in 1979 stopte Jan
Ros. Er was geen opvolger en de produ
cent van de Burcht-conserven verkocht
het huis, de schuren en het land aan Piet
en Annie Ruigrok uit Maasland.
De oude zuurkoolfabriek staat er nog
steeds, maar wordt gebruikt als opslag
ruimte.
Waarland, februari 1996
Piet Kleverlaan.
den meer aan. Het leek wel oorlog, zoveel
kabaal, de asbestplaten op het dak knap
ten en vlogen in het rond. De brandweer
van Harenkarspel kon de melkinstallatie
en de fabriek nog net aan redden. En daar
door konden de koeien 's avonds toch nog
binnen worden gemolken.
Het gezin Ros met zeven kinderen kreeg
tijdelijk onderdak bij de buren en na een
week stond er een houten noodwoning
voor hen klaar. De zuurkoolfabriek heeft
de hele winter dienst gedaan als veestal-
Üng.
Een jaar later stond er een nieuwe bunga
low en een prachtige doorloopstal.
1648 Pax Optima Rerum
1931. Vrede is het beste
bij alle zaken.
Een opname van de
kolossale boerderij in
volle glorie. Veroorzaakt
door hooibroei stond op
18 september 1972 de
trots van Peter Verburg
in lichterlaaie.
22-jarige boerenzoon uit ’t Zand werd hij
bedrijfsleider van deze grote boerderij
met twee vaste werknemers, 28 ha. land
en ruim 30 melkkoeien.
De produktie van zuurkool was stopgezet:
de dieselmotor gesloopt en de boor- en
snijmachine waren verwijderd. In de oude
fabriek werd met hekken een ruimte
gemaakt voor het jongvee. De boeren
plaats was niet aangesloten op het electri-
citeits- en waterleidingnet en als opslag
plaats voor regenwater werden de
zuurkoolputten gebruikt. Dit was niet
zo’n succes: het water had een vreemd
bijsmaakje en enkele bakken vroren ’s
winters stuk. Daarna dienden ze als
bewaarplaats voor gestoomde aardappe
len, een lekkernij voor de varkens. In het
begin van de jaren vijftig zijn de putten
gesloopt en met de grond gelijk gemaakt
en begon de fabriek al aardig op een
moderne loopstal de lijken. In 1960 lekte
het dak zo hevig dat de dakpannen ver
vangen moesten worden door golfplaten.
Op maandag 18 september 1972 rook Jan
Ros een broeierige lucht en hij belde de
hooisteker van de verzekeringsmaat
schappij. Deze liet weten dat hij de vol
gende dag langs zou komen. De volgende
ochtend was hij er op tijd en peilde het
hooi, dat in de drie vierkanten van de
boerderij lag opgeslagen. Hij kon geen
broeihaarden vinden en zei tegen Jan Ros
dat hij de ventilatoren maar moest aanzet
ten. Hij dronk nog een ’koppie’ en ver
trok. Een half uur later stond de gehele
boerderij in de brand en was er geen hou-
ii