Werkkrachten uit Friesland.
In 1923 kocht Peter
Verburg deze stolp voor
één van zijn vaste knech
ten. Op een foto uit 1957
staat Els Venneker. Haar
vader Jaap Venneker
werkte in die jaren bij
Verburg.
Het gezin Klaas Sneek
woonde er, toen in het
voorjaar van 1959 de
stolp in vlammen opging.
In de crisisjaren van 1929-1940 trachtte
onze regering de handel met het buiten
land zoveel mogelijk te herstellen. De
produktiekosten moesten omlaag door de
lonen en prijzen te drukken. Overal waren
de gevolgen merkbaar: grote werkeloos
heid en verminderde koopkracht. In de
een conservenfabriek op sectie D 529. Er
waren geen bezwaren inzake de
Hinderwet en de Arbeidsinspectie. De
vergunning is op 11 oktober 1917 door
het college van Burgemeester en Wet
houders afgegeven. Toen begon de ge
schiedenis van de zuurkoolfabriek.
In de beginjaren was Gerrit Wit de be
drijfsleider en hij woonde met zijn gezin
op het bedrijf. Het waren slechte tijden.
De export van zuurkool naar Duitsland
was nihil en naar Engeland was het niet
veel beter. Ondanks deze malaise wist
Peter Verburg zijn bedrijf uit te breiden.
In 1923 kocht hij van Pieter Hoedjes tij
dens een openbare verkoping te Zijde
wind ruim 6 ha. weiland en een boeren
woning voor een van zijn vaste knechten.
(Dit boerderijtje is in 1959 verbrand en nu
staat er een huis: Slootgaardweg 20.) De
produktie van zuurkool werd in de jaren
twintig gestaakt.
In 1924 overleed Peter Verburg sr. en zijn
dochter mevr. G. R. Breukelaar-Verburg
en mej. N. Edel volgden hem op. In de
geest van hun voorganger hebben zij het
bedrijf vakkundig geleid totdat beide
zoons, Hendrik en Peter Verburg jr., in de
dertiger jaren het directeurschap konden
ovememen. De naam van het bedrijf ver
anderde in: NV Noordhollandsche Con
servenfabrieken Peter Verburg.
noordelijke provincies was de werkeloos
heid groter en waren de lonen vaak nog
lager dan in onze omgeving. Vandaar dat
verschillende gezinnen uit Friesland,
Groningen en Drenthe de Zuiderzee over
staken en de stap zetten naar een ’betere
toekomst’
Simon Haaima en Tine Bosma woonden
in de buurt van Dokkum. Op jonge leeftijd
leerden ze elkaar kennen en hun vriend
schap groeide uit tot een verloving. Simon
was bakkersknecht en had het goed naar
zijn zin, maar hij moest dit werk opgeven
omdat zijn vader werk kreeg aangeboden
als zetbaas bij Peter Verburg. Het gezin
Riemer Haaima verhuisde in 1930 naar de
boerderij van Verburg aan de Westerweg
in de Noorscharwouderpolder. Naast deze
stolp stond ook een zuurkoolfabriek.
Tine bleef achter in Friesland. Eén keer
kwam Simon, die als knecht op het bedrijf
bij zijn vader werkte, zijn verloofde
opzoeken. Het was een hele reis vanuit
Langedijk naar Enkhuizen, dan met de
boot naar Stavoren en vervolgens naar het
hoge noorden. Na één dag moest hij weer
terug. Gelukkig duurde die situatie niet
lang. Tine werd gevraagd of zij hoofd van
de huishouding wilde worden bij mevr.
M. Verburg-Paarlberg te Noord-Schar-
woude. Dit aanbod pakte ze met beide
handen aan en zo verhuisde ook Tine naar
de Langedijk. In 1932 trouwden ze en
kwamen in het boerenhuis aan de
Slootgaardweg C 83 te wonen, met in het
vooruitzicht dat Simon zetbaas en opvol
ger van Gerrit Wit zou worden. Na twee
jaar was het zover, Simon werd baas en ze
verhuisden naar de boerenplaats achter in
het land. Deze bestond uit twee boerderij
en, die middels een grote schuur met
elkaar waren verbonden. De stolp met het
kadastale nummer D 572 had een voor
huis en werd bewoond door Simon en
Tine. De andere, genummerd D 528, was
kleiner en hierin woonde een knecht met
zijn gezin. Rechts van de schuurdeur
stond met grote letters: 1648 PAX OPTI
MA RERUM 1931. Deze spreuk bete
kent: VREDE IS HET BESTE BIJ ALLE
ZAKEN. In 1931 heeft timmerman C.
Dam uit Dirkshom een in 1648 gebouwde
stolp te Oudkarspel gesloopt. Met het
dubbelvierkant en ander bruikbaar mate
riaal uit deze boerenwoning heeft hij de
schuur gebouwd en er een prachtig geheel
van gemaakt. Mevrouw T. Haaima-
Bosma woont nu in het bejaardenhuis
Homhoeve te Dirkshom en vertelt:
8