eigendom
klasse Oude SI.
gem. N-Hol.
36
110
huis
6
Meer dan anderhalve eeuw is de familie
Houtman met de Oude Slootgaard ver
bonden. In 1825 stelde de gemeente
Harenkarspel een register met inwoners
samen. Per huis werden, telkens op een
nieuwe bladzijde, de namen van de bewo-
Om het jaarlijks kadastrale inkomen te
kunnen berekenen werden de ongebouw
de en gebouwde eigendommen in klassen
ingedeeld. Een schattingscommissie be
paalde van de ongebouwde percelen de
zuivere opbrengst per bunder en van de
gebouwde percelen de huurwaarde van de
opstallen. Al met al was dit een heel lastig
karwei. Daarna werd van ieder perceel
afzonderlijk het kadastraal inkomen bere
kend. Al deze bedragen werden opgeteld
en vermeld op een kadastrale legger. De
hoogte van de grondbelasting was afhan
kelijk van dit kadastrale inkomen.
Een tabel van het kadastraal inkomen in
guldens per bunder (en per huis) in de
Oude Slootgaard en het gemiddelde in
Noord-Holland:
Pieter Stoop bezat 14 percelen met een
kadastraal inkomen van f. 259,90 en de
wed. Kaas Limme had 13 percelen en haar
kadastraal inkomen was f. 132,77. Ook
moesten ze naast hun grondbelasting nog
f. 3,75 per bunder aan polderlasten beta
len, respectievelijk f. 32,235 en f. 13,725.
Deze cijfers vertellen ons dat de Oude
Slootgaard een klein poldertje was met
een oppervlakte van ruim 12 bunder. De
helft ervan bestond uit weiland en bijna
40% uit bouwland, de rest was kade, riet,
boomgaard en bos. Verder weten we dat er
twee boerderijen stonden. De zuivere
opbrengst van een bunder ongebouwd
land in de Oude Slootgaard week niet veel
af van de gemiddelde opbrengst in Noord-
Holland, met uitzondering van de kade-
gronden. Opvallend is echter wel het grote
verschil in huurwaarden.
De boerderij op D 203 in de
vorige eeuw.
weiland
bouwland
boomgaard
bosch
kadijk
riet
3
3
1
1
1
28
24
53
30
12
3
30
26
63
21
4
6
1863
1865
1872
1873
1874
8 juni
3 mrt.
3 aug. 1867
15 febr.
8 febr.
22 jan.
ners genoteerd. Dit register is ongenum
merd en daarom is het niet eenvoudig om
terug te vinden waar de huizen stonden en
welke personen er in een bepaald huis
woonden.
Zo komen we in 1825 als eerste tegen
boerenknecht Karei Houtman. Hij woon
de in bij Comelis Schouten en Elisabeth
Limmen. Zijn broer, Comelis Houtman,
was getrouwd met Guurtje Limmen, de
zus van Elisabeth. De eerste jaren van hun
huwelijk woonden Comelis en Guurtje in
Hensbroek en kregen daar drie kinderen:
Hendrik, Aagje en Klaas. In 1831 verhuis
de het gezin naar de Oude Slootgaard en
betrok de boerderij met het kadastrale
nummer 203. Het gezin breidde zich uit
met Jan, Elizabeth, Maartje, Jantje,
Comelis en Marijtje. Verdriet bleef dit
gezin niet bespaard. Er stierven vier kin
deren op jonge leeftijd. Cees had een bou-
werijtje met wat vee en kon daarvan net
aan rondkomen. Toen op 7 december 1844
Comelis stierf, kwam Guurtje er alleen
voor te staan. Ze kon het zware werk niet
aan en al gauw kwam haar zwager Karei
Houtman haar te hulp. Toen ze 60 jaar was
stierf ze in de boerderij waarin ze de helft
van haar leven gewoond had.
Van de laatste 40 jaar van de vorige eeuw
zijn veel gegevens bekend, maar het is een
hele puzzel om de ’echte’ personen gedu
rende de juiste periode als bewoners van
deze boerderij te geven. Hun kinderen Jan
en Elisabeth bleven in de buurt. Enkele
maanden na de dood van zijn moeder, op
6 juli 1861, trouwde Jan Houtman met
Geertruida Faber uit Callantsoog. Ze kre
gen tien kinderen, waarvan er vier jong
stierven.
1Comelis
2. Trijntje
3. Guurtje
4. Jacob
5. Hein
6. Jan
Elizabeth Houtman trouwde op 2 febr.
1856 met Willem Keesom, een 24 jarige
boerenknecht uit Nieuwe Niedorp. De
eerst vijf jaar woonden ze in Winkel, daar
na zijn ze naar ’de Oude Slootgaard’ ver
huisd. Veel leed hebben ze gehad, want
van de twaalf kinderen stierven er acht
heel jong.
Geboren te Winkel:
1. Willem 26 jan. 1858
2. Guurtje 6sept. 1861
Geboren te Harenkarspel:
3. Catharina 6 aug. 1871
4. Hendrik 16 aug. 1876