UIT HET DAGBOEK VAN EEN NEGENTIGJARIGE WESTFRIESE VROUW. Zijn de aardbeien al klaar? Heeft u een ’helhaak’ in uw omgeving? Ik hoop van niet. In het Westfries woor denboek van Jan Pannekeet wordt een ’helhaak’ omschreven als een furie of kwaad wijf. Afie Hoogeboom-Meester noemt in deze aflevering een van haar vriendinnen een ’helhaak’. Zij doelt daarmee veelmeer op een ’vinnig’ iemand dan op een kwaad wijf. U zult dat ongetwijfeld uit de tekst kunnen opmaken. Ook maakt u in deze afleve ring voor het eerst kennis met haar man: Arie Hoogeboom uit Oudkarspel. Bedenk dat Afie Meester dit levensver haal schreef op zevenentachtig jarige leeftijd. Ook nu proef je uit de manier waarop zij deze kennismaking be schrijft: ’t was Liefde op het eerste gezicht. En Liefde mag hier best met een hoofdletter geschreven worden. Ik hield erg van dansen, en in de Waard was het maar 2 dagen kennis, dus we moesten ons porsie zien te krijgen. Nu de kermis was net over de kerk en dan gingen we eerst naar de vespers, en dan de dans zaal in. Toen hadden we gesteld, we zou den geen deuntje overslaan en dat deden we ook niet tot ’s morgens vier uur toe. Die meiden zeiden: ”Kom je morgen weer?”, ik zei: ”Ja natuurlijk.” Maar ik kon thuisblijven, zo zeer deden mijn benen, wat speet me dat. Moeder moppe ren, ”hoe kun je nu ook zo raar doen?” ”Ja”, ik zeg, ”dat zal me ook niet meer gebeuren.” Maar als je jong bent dan doe je wel eens wat. Geertje Bruin was ook zo’n helhaak. We zijn een keer zeven keer achter elkaar in de schommelschuitjes geweest, die zie je nu haast niet meer. Dan gingen we ieder in een schuitje, net met de punt tot ’t dek toe, anders werd je weer geremd. Nu dat was nog zwaar werk hoor, en zij wou nog een keer, maar ik kon niet meer, ik had geen bene meer. Zij had hier later nog een zoon wonen in Lutjebroek. Hij woont hier nog, Pauw Oudeman, hij is Als je jong bent doe je wel eens wat. timmerman. En ik heb haar nog gesproken toen ik bij Willie was, en zei ik nog tegen haar: ’’Weet je dat nog, dat we zo lang ach ter elkaar in de schuitjes gingen Maar ze wist er niks meer van, ze wist niks meer van vroeger zei ze, ze was toch nog twee jaar jonger als ik. Ik was blij dat ik haar weer te spreken kwam, lekker kletsen over vroeger dacht ik, maar dat ging niet. Ze is verleden jaar overleden, ’t Was vroe ger een aap hoor. Ze heeft me nog eens een keer mooi te kakken gezet. Ik was immers altijd bij Bijman te werk zoals ik al vertelde, en die moesten een keer te bruiloft en ik zou oppassen. En mijn broer, die had een vriend, die heette Dirk Koomen, hij lag eigenlijk bij ons thuis, want hij was een wees, en huisde met zijn zuster. Daar vond hij zeker ook niet veel aan, en ’t was een grapjas, en dan vond hij het ook zeker gezellig bij ons. Maar hij wilde altijd ach ter mij aan. Ik ben ook wel eens met hem uit geweest, maar daar bleef het bij. Je had altijd wel erg veel schik met hem, en daar deed ik het ook om. Maar hij had vuur-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1995 | | pagina 4