Op de cent af. Een druk op de knop. I ”In 1952 konden de bouwers door de ver kaveling niet meer varen, dus moesten we een auto kopen om de groenten uit het dorp te halen. We losten de groenten in de schuit die bij Jan Noordstrand aan de stei ger lag en als die vol was gingen wij met de overgebleven groenten met de auto naar de veiling. Toen de auto er was kon ik in de stille tijd kunstmest rijden naar de klanten of een vrachtje hier of daar naar toe. In 1965 hebben broer Siem en ik het bedrijf overgenomen, de schuiten waren weg, alles was verkaveld. Dus moest er nog een auto bijkomen, anders konden we de spullen niet op tijd aan de veiling krij gen. Eindjaren ’70 ging de kool op lijsten en werd op lijst verkocht. Je ging ’s mor gens naar de veiling en je hield je naam in de gaten. Je zat zelf in de bank bij een knop, als de partij te laag ging, drukte je ze af. De prijzen kreeg je een dag daar voor van de bouwers op, je wist wat het op moest brengen. Bij een rijzende markt kreeg je soms zoveel kool te verkopen, dat het fout ging, ’s Avonds belde ik naar col lega’s of ze wilden helpen rijden. De vol gende dag was er een overvloed aan kool. Het aantal was veel te groot, de prijzen gingen weer omlaag. De meeste kool werd opgehouden en ik mocht mijn colle ga’s weer afbellen. Zo ging dat af en toe. Je was toen zelf de verkoper van de kool en andere producten van de bouwers. De een zaterdag, het liep al tegen de avond, zouden Siemen en Jaap een schuit met bonken vastleggen. Siemen stond op de voorkop van de schuit en Jaap op de ach- terpunt. De schuit lag niet erg stabiel en de lading schoof naar rechts over de bootrand heen en de bonken kieperden als vissevoer in de sloot. Prompt helde de schuit naar de andere kant over en wederom rolden tien tallen kisten aardappelen in het water. Van de hele lading, die een ton of tien bedroeg, verdween 1500 kilo in de ringsloot. De eigenaars waren poestig want de bonken deden het op de veiling nu net zo goed. Die maandag daarop, viste Piet Smit in opdracht van vader, voor dag en dauw, de natte aardappelen uit de sloot en kuilde ze in op het land van Jan Lantman. (Deze hoek grond huurde Jan Lantman van de kerk). Veertien dagen later groef hij ze op en bracht vader de bonken naar de veiling. De prijs was zelfs iets hoger en Piet kreeg een extraatje.” bouwers waren door de verkaveling ook gemoderniseerd, de meesten hadden een trekker en een wagen. In de winter was er wel tijd om een vrachtje weg te brengen, een kleine partij dat moest de vrachtrijder dan maar doen. We zijn ook nog lid geworden van de Blauwband, dat was een bond waar vrachtrijders lid van waren en die verdeelde de vrachten. Daar konden we af en toe voor rijden, maar als zij het druk hadden, dan hadden wij ook werk zat, dus dat gaf ook geen vetpot.” Wagons 5415 5169 6227 4485 5365 3895 4555 6714 5108 6263 5820 Jaar 1919 1923 1926 1930 1933 1935 1938 1942 1944 1949 1952 Omzet 2.116.000— 1.721.000— 2.931.000— 2.382.000— 805.000— 1.128.000— 1.400.000— 4.360.000— 3.434.000— 6.415.000— 7.790.000— ’’Toen het spoor (naar de veiling) niet meer reed en de Noordermarktbond niet meer rendabel was, kwamen er grote auto’s in Waarland om de kool op te halen. Eerst uit Noord Scharwoude maar later mochten de tuinders zelf de kool in zakjes doen, toen was het hek van de dam. De laatste jaren wordt het geld automatisch overgemaakt, maar de jaren ervoor moes ten we de mensen zelf uitbetalen. Je kon een keer per week geld halen bij het betaalkantoor in Noord Scharwoude. Wat je weeks ervoor geveild had, dat ging gewoon in de binnenzak en dan op de fiets naar huis, ’s Avonds moest vader het uitre kenen. Donderdag was de vaste dag om uit te betalen. Moeder ging dan met een grote tas met geld om de klanten uit te betalen. Toen wij groter werden moesten wij het doen. Je was dan blij als je uit kwam bij de laatste klant. Je telde al van te voren of het klopte, dan ging je met een gerust hart naar de laatste klant toe. Herfstdag, als het vroeg donker werd, dan gingen we met z’n tweeën, dat vond vader toch wel veiliger. We hadden er geen erg in, er gebeurde nooit iets. Toen wij het bedrijf van vader hadden overgenomen moest ik naar het betaalkan toor en als de poters werden uitbetaald, ging je met zo’n 25 a 30 duizend gulden naar huis. Dat geld ging onder de zitting Noordermarktbond. Totale aanvoer en omzet per jaar in wagons. 77

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1995 | | pagina 29