VRACHTSCHIPPER GROEN. Schuiten aan de lijn. De sluis in Waarland. Simon Groen Szn. Simon Groen kwam in november 1893 als zoon van Simon Groen en Neeltje Mak ter wereld. Zijn vader was tuinder en het gezin woonde in het huisje aan de Waarddijk nr.8, (nu Cock v.d. Eng). In zijn jonge jaren, zo rond 1914 was Simon kaasmaker in de kaasmakerij van Siem Jonker, hoek Veluweweg/Kerkstraat, waar nu de snackbar is. Hij huwde voor de eer ste maal met Neeltje Schrama, uit dit huwelijk zijn 7 kinderen geboren. Na het overlijden van zijn vrouw trad hij in het huwelijk met Marie Molenaar en met het verstrijken der jaren werden er nog 13 kinderen geboren. Als men in het dorp sprak van de vrachtschipper dan wist een ieder dat daar Simon Groen mee werd bedoeld. Alle dagen ging hij met de schuit naar de veiling. De al wat grotere zonen mochten dikwijls met vader mee om hem bij het zware werk te helpen. Zoon Jaap vertelt: ”In 1913 werd in Noord Scharwoude een veiling gebouwd, de Noordermarktbond. Dat was voor de bou wers een hele verbetering, toen was het nog maar een uurtje varen. Vader moest zijn schuiten laden in de molensloot achter de sluis. Daar kwamen de klanten tegen de avond met aardappe len of kool, dat moest dan worden overge laden. Wij, broer Siem en ik, gingen rich ting de Bleekmeer en de Westkade om de producten bij de bouwers op te halen. De schuit had nog geen motor en de één trok aan de lijn en de ander moest sturen. Zo tegen half tienen waren we dan pas weer in het jaar 1912 ging de eerste schuit door de houten sluisdeuren. In 1920 probeerde Simon Groen Szn. als vrachtschipper aan de kost te komen. In 1938 werd hij pachter van de sluis. In het huis naast de sluis, waar nu zoon Siemen woont, heeft het gezin jaren gewoond. Er was weinig comfort aanwezig, zelfs de waterleiding ontbrak. Elke dag moesten de kinderen, al varend achter het kerkhof langs, met wastobbes en ander keukenge rei dat water kon bevatten, erop uit naar Freek van Schagen. Daar werd het water in de tobbes getapt en met volle water- vracht voeren ze dan weer huiswaarts. Zoon Jaap, vaders rechterhand bij het werk, beschrijft zijn ervaringen en indruk ken uit die periode. Zo rond 1911 gingen er stemmen op om een sluis bij de molen te bouwen. Lang niet iedereen was voor dit plan, het gebruik van de sluis bespaarde de tuinder dan wel veel tijd maar daar stond tegen over dat voor die dienst schutgeld moest worden betaald. De prijs was voor een vlet van 2 J/2 ton, 12 '/2 cent per keer. De vooruitgang liet zich niet tegenhouden en De betonnen restanten van de sluis nabij de Waarlands molen duiden erop dat Waarland vroeger een vaarpolder was. Via de vele poldersloten werden de producten van het land naar hun bestemming vervoerd. In de oogsttijd werden de gewassen handmatig door de gehele familie van het land gehaald en in schuitjes geladen. Al kloetend kwam men dan zo bij de molen en het water- gemaal aan, daar werd de hele handel weer overgeladen in een andere schuit die in de ringvaart lag. En dan richting de groenteveiling in Broek op Lange- dijk. Wat een tijdrovend en zwaar werk! Voor dag en dauw uit de veren want het vaartochtje duurde zeker drie uur. I

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1995 | | pagina 26