Bekendmaking
Bezwaar tegen sloop brug.
Overdracht van de brug.
i
Uit het Noordhollands Dagblad
27 januari 1960.
Hoofdingenieur van de Provinciale Water
staat in Noord-Holland. Deze gaf de raad
het bezwaar van Jan Droog af te kopen of
van de plannen af te zien. Uiteindelijk
werd voor dit laatste gekozen.
In de openbare vergadering van het
College van Hoofdingelanden van de
Banne Harenkarspel op 18 juli 1962, werd
besloten het bedrag van de reeds aangega
ne geldlening voor de verbetering van de
Smuigelweg, groot 6.820,-, te besteden
aan de verbetering van de Weelbrug te
Waarland. Deze kosten werden op
7.000,- geschat. Kort hierna werd het
herstelwerk uitgevoerd en eind september
kon de brug weer voor het wegverkeer
worden opengesteld.
Per 1 januari 1965 hield de Banne
Harenkarspel op te bestaan en de Weel
brug werd overgedragen aan het nieuw
gevormde waterschap Waarland. De
wegen kwamen in beheer en onderhoud
bij de gemeente Harenkarspel, Bij de vast
stelling van de ruilverkaveling van de
Niedorper Kogge door Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland, op 12 maart
1974, werd de Weelbrug in eigendom,
beheer en onderhoud toegewezen aan de
gemeente Niedorp.
Gezien het belang van het gebruik, in
hoofdzaak door de mensen uit Waarland,
een wat onlogische keuze. De bouw van
deze brug was destijds op initiatief van de
bewoners van de Waarlandspolder tot
stand gekomen. Zij hadden immers het
meeste profijt van deze brug. De gemeen
te Niedorp ’vergat’ tegen deze toewijzing
De periode van ter-inzage-legging van het
Ontwerpbesluit tot wijziging van de
beweegbare brug bij De Weel te Waarland
in een vaste brug werd via aanplakbiljet
ten op borden bekend gemaakt. Dit
gebeurde binnen het gebied van de Banne
Harenkarspel. Binnen de gestelde termijn
waren er geen bezwaren binnengekomen.
Anders was dit bij de bekendmaking van
het voornemen van dit werk in een adver
tentie in het Noordhollands Dagblad van
woensdag 27 januari 1960.
De heer Jan Droog Sr. had aan de
Zandweg 10 te Zijdewind een kunstmest-
en fouragehandel. Hij maakte tegen het
voornemen van de Banne Harenkarspel
bezwaar en liet in een aangetekende brief
weten dat hij door het maken van een
vaste brug bij De Weel ernstig zou worden
belemmerd in zijn normale bedrijfsvoe
ring. Op dat moment voer Jan Droog met
drie motorboten met een gezamenlijk ton
nage van 95 ton. Zijn zoon Jan voer ook
met een motorboot, groot 46 ton. Jan
Droog Sr. liet weten dat hij al meer dan
vijftig jaar gebruik maakte van de door
vaart bij de Weelbrug. Als er een door-
vaarthoogte van 2 meter boven de water
spiegel zou komen, dan kon de Banne
haar gang wel gaan. Een dergelijke con
structie zou echter teveel problemen voor
het wegverkeer geven. Het dagelijks
bestuur van de Banne zat er dan ook maar
mee. In een brief van 15 maart 1960
wendde het bestuur zich tot de
van het Hoogheemraadschap van de
Uitwaterende Sluizen van Kennemerland
en West-Friesland, zodat er ook toestem
ming van dit schap nodig was. Op 15 april
1959 liet secretaris D. Bockweg weten dat
er geen bezwaar bestond tegen het vervan
gen van de ophaalbrug door een vaste
betonnen duiker, maar dat de Banne
Harenkarspel er wel voor moest zorgen
dat er een vrij doorstromingsprofiel van
tenminste 8.75 m2 zou komen en dat de
breedte minimaal 5 meter zou bedragen.
De onderkant van de brug diende tenmin
ste op een hoogte van 1 meter boven het
normale boezempeil te liggen om door
vaart van kleine vaartuigen voor het
onderhoud van de boezem mogelijk te
houden.
Op 23 december 1959 keurde het
Provinciaal Bestuur van Noord-Holland
het ontwerp met toelichting van een
betonnen brug goed.
Het dagelijks bestuur van
de Banne Harenkarspel
maakt bekend, dat het in
hun voornemen ligt over
te gaan tot het wijzigen
van de Basculebrug over
de Boomerwaal te De
Weel, gemeente Haren
karspel, in een vaste brug.
Belanghebbenden kun
nen binnen 14 dagen na
dagtekening, van deze pu
blicatie hun bezwaren in
dienen bij de voorzitter
van genoemd Waterschap,
p.a. Slootgaardweg no. 15
Post Dirkshorn.
Harenkarspel, 27 jan. 1960
Het dagelijks bestuur
voornoemd.