Brugwachters. Maandag 28 augustus 1882 was het feest in Waarland. Op deze dag werden de ’nieuwe weg’ en de grote brug nabij De Weel (zo werd de ophaalbrug in de volks mond genoemd) officieel in gebruik geno men. Natuurlijk waren voor dit feest de notabelen uitgenodigd. Zo waren er het voltallige bestuur van de Banne Harenkar spel, enkele raadsleden, de aannemer, de opzichter, veldwachter J. Ory en hoofdon derwijzer Dirk Pieter Plaatsman en hun echtgenotes aanwezig. Met deze ontsluiting van Waarland waren niet enkel en alleen economische belan gen gediend, ook sociaal gezien was het een enorme verbetering. Met name de katholieke mensen in Waarland hadden voordeel bij deze verharde weg en de brug nabij De Weel. Zij behoorden tot de parochie van de Heilige Martinus te ’t Veld en daar gingen zij naar de kerk. Voordien moesten zij via kleiwegen De Weel zien te bereiken en konden zij met Brug feestelijk in gebruik geno men. Met de toename van het gemotoriseerde verkeer ontstonden er meerdere keren gevaarlijke situaties bij de ophaalbrug. De brugwachter moest ook ’s nachts de brug voor passerende schepen openen, maar de schippers namen meestal niet de moeite hem wakker te maken. Zij openden dan zelf de brug, waarbij zij het sluiten van de brug nogal lastig vonden en nogal eens ’wilden vergeten’. Zo ontstonden er meer dere ongelukken omdat passerende auto mobilisten met hun voertuig op de kade een klein bootje de ringvaart oversteken. Had men echter de beschikking over een paard en wagen of stond er een brik op het erf, dan nam men het omrijden via de Slootgaardpolder en Zijdewind voor lief. deren, vanwege het ontbreken van verhar de wegen, nauwelijks mogelijk naar school te gaan. Daarbij kwam nog dat de lasten voor de Banne Harenkarspel ruim 700,- bedroegen, terwijl daar slechts een jaarlijkse vergoeding van 50,- tot 100,- tegenover stond. De brandbrief aan het adres van Gede puteerde Staten had succes. Een jaar later kon de aanbesteding van het maken van een grindweg plaatsvinden. Deze weg werd aangelegd vanaf de ringsloot van de Woudmeer en ging via de Speketers- en Slootgaardpolder naar de Waarlandspol- der, om aansluiting te krijgen bij de ver harde weg van het Verlaat naar Schagen. Het laatste stuk werd door de Waarlanders ook wel ’de Nieuweweg’ genoemd. Het tracé liep via de huidige wegen Ring- vaartweg, Slootgaardweg, Waarlandsweg, Kerkstraat, Veluweweg en Weelweg. Van het Ambacht van West-Friesland kreeg de Banne toestemming voor het leggen van bruggen over de Raaksmaatsboezem. Eén in de Woudmeerpolder en één bij De Weel in Waarland. Wel moest de Banne Haren karspel er voor zorgen dat schepen een onbelemmerde doorvaart hadden. Hier voor stelde men enkele voorwaarden op. Ook de Hollandsche Ijzeren Spoorweg Maatschappij verleende goedkeuring aan het maken van een overweg over de spoorlijn nabij De Weel. Willem Sneekes was de eerste brugwach ter. Hij kreeg daarvoor een vergoeding van 25,- per jaar. In 1902 werd hij opge volgd door Dirk Bakker van De Weel. In die tijd moest de brugwachter er op wor den gewezen dat hij de brug steeds vast zette. Schoolkinderen haalden ook toen kwattekwaad uit en zetten de brug stiekem open, met alle gevolgen van dien. Vijf jaar later werd Dirk Doodeman uit Waarland als brugwachter aangesteld. Doodeman kreeg in eerste instantie een vergoeding van 50,-. Het bestuur van de Banne Harenkarspel wist eigenlijk niet of deze vergoeding wel in verhouding stond tot de werkzaamheden van de brugwachter. Besloten werd om in 1909 een telling te houden van het aantal passerende sche pen. In dat jaar moest Dirk Doodeman voor 2.022 kleine en grotere schepen de brug ophalen en weer neerlaten. Het resul taat van deze telling was dat de jaarlijkse vergoeding werd opgetrokken tot 100,-. In 1939 volgde Arie Doodeman zijn vader Dirk op. Door de teruggang in het aantal passerende schepen bij De Weel moest Arie genoegen nemen dat zijn vergoeding voor het werk als brugwachter werd terug gebracht naar 80,- per jaar. Met ingang van 1 januari 1943 werd Jan Veul aange steld om de bediening van de ophaalbrug te verzorgen. Tot op de dag van vandaag is de familie Veul nog steeds belast met het bedienen van de brug. Vanaf 1964 worden deze werkzaamheden verricht door ’onbe zoldigd brugwachter le klasse’ Cor Veul. Meer gemotoriseerd verkeer over de brug.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1995 | | pagina 13