Iedereen mocht bekeuren.
Het peil waarnaar de dijk na de eerste
keur opnieuw moest worden gericht, was
opgesteld bij de wachtdeuren van de
molen. En opdat iedereen zou weten wat
Waarland, 5 februari 1995
Joop Zutt.
hij moest verbeteren aan zijn dijkvak, kon
het resultaat van de eerste schouw nog
eens nalezen in de registers van de polder.
Het verplaatsen van vee gaf blijkbaar
regelmatig problemen. Een speciaal arti
kel werd hieraan gewijd. Zo werd de vol
gende passage opgenomen. Ieder die een
hek open doet om zijn beesten daardoor te
laten of om er persoonlijk door te gaan,
zal het onmiddellijk weer sluiten, opdat
door het openstaan van het hek geen scha
de wordt geleden door het overlopen van
beesten. De boete voor het niet nakomen
zal twintig stuivers bedragen. Iedereen
mocht in dit geval bekeuren. De boete zou
voor de helft naar de Schout van Haren
karspel gaan, de andere helft naar de
benadeelde. Vandaag de dag vraag je je
wel af hoe dat systeem toen in de praktijk
werkte. Zouden er hierdoor niet erg veel
persoonlijke ruzies en conflicten zijn ont
staan? Curieus was ook de volgende
bepaling: Niemand zal zijn paarden,
ooien, hokkelingen, vaarzen, kalveren,
schapen of lammeren anders laten lopen
dan op zijn eigen of gehuurd land, op
straffe dat, ieder die hierdoor benadeeld
zou zijn, de beesten mocht bekeuren,
opbinden en schutten. Verder zou voor
een dergelijk vergrijp de in Harenkarspel
gebruikelijke boete worden opgelegd. De
eerste schouwdag waar deze keur van toe
passing zou zijn, werd vastgesteld op 24
juni 1593, vrijdags voor Pinksteren. Tot
slot nam men het zekere voor het onzeke
re, want men mocht eens iets vergeten
hebben? ’Ende sullen den voomoemde
molenmeesteren opten eersten schoudagh
noch mogen keuren tot verbeteringe, ver-
stijvinge ende versterckinge van den
voorn, rinckdijck, ende andere wercken,
al t’geene haer goet, nut, profijtelicken
ende oorbaerlicken duneken sal buyten
ende boven al ’t gene ten dage deser keure
ende ordonnancie bij den Rentmeester
ende Molenmeesteren voomt. gekeurt is
geweest, ende dit sonder contradictie van
yemant.’ Op vrijdag voor Pinksteren werd
de dijk voor het eerst geschouwd door de
rentmeester en de twee molenmeesters.
Dat er nog wel het een en ander aan de
nieuwe dijk mankeerde, blijkt uit het ver
slag dat van deze schouw is gemaakt. In
een volgend artikel komen we hierop
terug.
melden. Er werd gekeurd dat eenieder
zijn dijkvak gelijk van hoogte en breedte
moest maken, zodat de dijkvakken goed
op elkaar zouden aansluiten. Men moest
zich daarbij richten op goedgekeurde
delen van de dijk. Het opvullen moest
gebeuren met slik, modder, klei of goede
rietzoden. Deze moesten wel worden in
gegraven. Het opvullen moest ’gloywijs’
worden gemaakt, van onderaf beginnend
tot boven aan de kruin van de dijk. Holle
paden of gezonken voetpaden op de dijk
moesten opgevuld worden net zo hoog als
ter weerszijden de dijk. Het werd ten
strengste verboden om slik, modder of
klei uit de voet van de dijk te halen. Werd
hierop iemand op betrapt dan kon hij
rekenen op een zeer forse boete van drie
Carolus gulden!! De hoogte van de dijk
werd vanuit één punt gekeurd. Deze
hoogte werd vastgesteld ’eenen voet ende
twee duymen boven ’t opperste van den
bovendrempel van de pomp waterende
onder de ringsloot deur (van de oude
Slootgaard, een stuk land ten noorden van
de Speketerspolder) in den nieuwe
bedyckte Slootgaerde’. Er werd gekeurd
dat iedereen op de scheiding van zijn land
en de dijk een hek moest plaatsen. Dit hek
moest wel twintig voet vanaf de onder
kant van de dijk neergezet worden. Ook
stelde men eisen aan de kwaliteit en soort
van het hek. Het moest gemaakt worden
van planken of delen op een zodanige
manier dat er geen schapen door konden.
Wanneer een hek op een dijkvak werd
geplaatst, dan moest dat gemaakt worden
van twee halve delen die met ’ijsere scha
kels ofte schelmen aen den andere han
gen’. Ieder die van de dijk gebruik maak
te mocht deze hekken openen om ’daer-
deur te drijven zijn beesten en metten
lijve’. Ook tegenwoordig bestaat in de
meeste plaatsen nog steeds het recht van
overpad op polderdijken. De polderbe
stuurders wilden er geen twijfel over laten
bestaan hoe de hekken eruit moesten zien.
Een voorbeeld werd geplaatst ten westen
van de Slootgaard molen. Ook hier was
men streng; de hekken moesten op de eer
ste schouwdag klaar zijn. Zo niet, dan
volgde opnieuw een boete.
54