Ou t VAN DE SLOOTGAARD GESPROKEN. X -y V de Weel Op het moment waarop we dit schrijven, vecht Nederland opnieuw tegen haar erf vijand het water. De Maas is buiten haar oevers getreden en vele plaatsen langs de Maas staan onder water. Grote delen van de bevolking in Gelderland zijn gevlucht voor de dreigende dijkdoorbraken van Rijn, Waal en IJssel. Ook toen, in 1593, besefte men terdege het belang van sterke dijken rond de polders. Inspraak of be zwaarschriften waren toen niet aan de orde. Er werd verordonneerd, punt uit: ’In den eersten soo is gekeurt ende geordon- neert bij desen, dat nyemant eenige grep pels ofte slooten sal mogen graven binnen bij den rinckdijck lancx, naerder een den dijck, dan op 26 voeten te meten van den buyten harden cant van toeleg van den dijc off’. Wanneer deze verordening niet werd nagekomen dan werd een boete opgelegd van een halve stuiver per roe, te betalen aan de Schout van Harenkarspel. Acht dagen later zou er opnieuw gekeurd worden en wanneer de zaak dan nog niet in orde was, volgde er opnieuw eenzelfde boete. De keur werd ingesteld op 19 mei van dat jaar, een tijdstip waarop het land al grotendeels was ingezaaid. Voor dat jaar werd enige clementie getoond. Zodra ’haren saet van ’t veld sal zijn’moest een eventuele greppel of sloot binnen acht dagen zijn gedempt. Holle paden of gezonken voetpa den. de Slootgerts molen k- i 1 de Slootgert de Sijtwind^*r 1 Verder werd er gekeurd, dat elke gebrui ker van land op de eerste schouwdag op zijn dijkvak aanwezig moest zijn (of zor gen voor een plaatsvervanger). Afwezig, vergeten? Geen pardon. Men kreeg een boete van vijf stuivers. Wanneer iemand in de keur viel, ofwel de schouwmeesters Een voorbeeld werd geplaatst waren niet tevreden en een herkeur was ten westen van de Slootgaard- nodig, ook dan moest men zich opnieuw molen. Kaart uit 1652 De drooglegging van de Slootgaard werd voltooid in 1590, nu ruim 400 jaar geleden. De bewaard gebleven akten hebben ons een duidelijk beeld nagela ten van de problemen waarmee de bedijkers te maken kregen. Wij roepen nog maar eens in herinnering: de finan ciële zorgen van Gravin Sabina van Egmond, de geschillen tussen de bedij kers en gebruikers van aangrenzende landerijen, processen tegen Geestmer- ambacht en Oude Niedorp en vervol gens het werk van de vele ploeteraars bij het graven van sloten en aanleg van de middenweg. In 1593 werd de dijk rond de Slootgaard verstoeld. Alle gebruikers van land in de Slootgaard moesten een deel van het onderhoud van de dijk voor hun rekening nemen. Let wel, de Slootgaard was op dat moment nog volledig in eigendom van de Grafelijkheid van Egmond. Belang rijk werd het geacht dat er snel duide lijkheid zou ontstaan over ieders rech ten en plichten binnen de polder. Het burgerlijk recht werd ook in die tijd niet voldoende geacht. Op 19 mei 1593 werden door de Rentmeester van het Graafschap van Egmond en de twee Molenmeesters van de nieuwe polder ’keuren en ordannantiën gelegd en gemaakt tot herstelling, onderhoud en versterking van de dijk’. Keuren geleyt en ordonnantiën gemaeckt. 53 VI V' I J’’

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1995 | | pagina 55