Harenkarsp e 1 n. s. 20088 1 De Nederlandse Arbeidsdienst te 's- Hertogenbosch kreeg een opgave van personen uit de gemeente Harenkarspel. Waarland Schagerw Slootg Waarland Dirkshorn Waarland Laanderw Waarland Waarland Arbeidsinzet. Deze oproep was veel be dreigender. Nu moesten ze naar Duitsland en daar gaan werken voor de vijand. Joop Zutt, zoon van Jan Zutt en Geertje Borst, woonde aan de Oostkade D 111 (nu Camping de Luwe Stek). Hij had zijn Arbeidsdienstplicht vervuld en vond dat hij meer dan genoeg had gewerkt voor de bezetter. Hij dook onder bij de familie Jacobse. Die had een grote boerderij aan de Wierweg in de Wieringermeer. Bij raz zia’s verschool hij zich in de stroschelven op het land. Al na korte tijd ging het mis. Joop werd bij een controle door de politie gesnapt. Hij moest zich vervolgens in Schagen alsnog melden voor de Arbeids inzet. De Duitsers gingen niet al te scherpzinnig te werk en Joop wist er tus senuit te knijpen. Opnieuw dook hij onder in de Wieringermeer. Deze keer vond hij onderdak bij de familie Bosman aan de Ulkeweg. En of de duvel er mee speelde, wéér werd hij, nu samen met vijf andere onderduikers, opgepakt. De Duitsers pak ten het nu gedegener aan. Onder gewa pende begeleiding werd hij afgevoerd naar Rijswijk, vandaar werd hij overge bracht naar het concentratiekamp Amers foort. Daar werden de onderduikers voor een onmogelijke keuze gesteld: of als gevangene naar een Duits concentratie kamp afgevoerd worden of tekenen als ’vrijwilliger’ bij de zogenaamde Oost- compagnie. Daar zouden zij moeten gaan werken als SS-Frontarbeiter. Tot mei 1943 waren voor dit werk slechts echte vrijwilligers naar het front gegaan, daarna werd dwang toegepast. De Duitse Fachwerber, verbonden aan de Arbeids bureaus, legden aan grote aantallen Nederlandse arbeiders de verplichting op, niet naar Duitsland te vertrekken, maar naar gebieden vlak achter het front in Rusland. Samen met nog 600 andere opgepakte onderduikers trof Joop dit lot. Zij moesten achter het noordelijk gedeelte van het front in hoofdzaak bunkers bou wen en de primitieve wegen onderhou den. Joop, tuinder van beroep, kon zich bij de vijf andere opgepakte onderduikers uit de Wieringermeer aansluiten. Het lukte dit groepje van zes man om bij elkaar te blijven. Onder hen zaten toeval lig een paar goede vakmensen. Ze beslo ten dat Joop zich ook maar als timmerman moest voordoen. Na een uitputtende trein reis kwamen ze aan in Minsk, de hoofd stad van Wit-Rusland. Daar werden ze ingedeeld in een Baubataillone der Waffen-SS. Men stak hen in oude Waffen- SS uniformen - militaire uniformen - zon der distinctieven overigens. Dat die inlij ving bij de Waffen-SS bij de dwangarbei ders heftige protesten uitlokte, behoeft geen betoog. Lopend gingen zij naar de frontlinie en werden daar aan het werk gezet. Joop had mazzel. Als ’timmerman’ moest hij met zijn maten barakken opbou wen of repareren. Ze bleven daardoor bui ten de werkelijke gevechtszone. Het eten was slecht, maar wel voldoende. Toen de Russen de Duitsers in het defensief dron gen, trokken de dwangarbeiders zich met de Duitse legers mee terug. Begin 1945 stond het voor iedereen vast, dat Duits land de oorlog zou verliezen. De groep van Joop Zutt wist met nagemaakte reis- papieren, in de verwarring van de opdrin gende Russische troepen, naar het westen te ontsnappen. Terug in Duitsland werden zij enige tijd te werk gesteld in Brechtes- gaden, het hoofdkwartier van Adolf Hitler. Kort nadien wisten zij in Bocholt te komen, dichtbij de Nederlandse grens. Herstel van de door bombardementen ver nielde spoorlijnen was hier hun taak. Met verholen genoegen zagen zij, dat hun werk bijna dagelijks opnieuw werd ver- J. Kramer J. Pater J. Beemsterboer Th. Ruiter J. Prins J.G. Zutt P.TH. Hoogland J.P. Keet Den heer .P»..._Zuijdan. D 14 C 53 C 92 D 12? B 116 D 111 E 13 D 147 D.....15 43 DIEHST Departement van Büwenlandvche Zaken

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1995 | | pagina 45