Niek Stam.
Piet Pater neergeschoten.
Een drama bij De Weel.
vanaf het huis van Gert Lantman aan de
Veluweweg over het land, via de spoor
dijk naar het huis van Klaas en Piet
Doodeman, en van daar via een lang pad
naar de Oostkade. Zo konden we De Weel
bereiken en waren we bijna thuis. Op deze
manier hoefden we dus niet door Waar
land en kwamen we geen Duitse soldaten
tegen.
Maandag 3 mei werd voor Waarland een
van de schokkendste dagen in de geschie
denis van de Tweede Wereldoorlog. Een
groot deel van de bevolking sloeg de
schrik om het hart toen een Duitse leger-
bus het dorp binnenreed en de moffen een
vijftigtal Bruinen oppakten. Terwijl de
razzia in het dorp nog in volle gang was,
voltrok zich bij De Weel, op de grens van
Waarland, een drama. Niek Stam die van
dit oorlogsdrama getuige was, kan zich
die avond en de nasleep nog als de dag
van gisteren herinneren: We, mijn vrouw
halen, werd door Sijbout aangewezen en
moest mee. De bus met daarin nog enke
le soldaten zette koers richting Dirkshom.
De Duitsers wilden daar het bevolkingsre
gister van de gemeente Harenkarspel
ophalen. Op deze manier dachten ze de
juiste ’Bruin’ te kunnen vinden. Maar zij
konden het gemeentehuis niet in en keer
den onverrichter zake naar Waarland
terug. Op de terugweg strandde de
chauffeur bij de wipbrug van Bakker in de
Slootgaard-polder. Hij had de bocht te
krap genomen en een wielkap liep vast
onder een ketting van de brug. Bij ’brug
wachter’ Cees Bakker haalden de solda
ten een balk uit de boerderij en daarmee
werd de ketting losgewrikt. De eenen
twintig soldaten die in Waarland achter
waren gebleven brachten ruim vijftig
mannen Bruin naar de Posthoorn, het café
van Cor van Ophem. Buiten het café
moesten zij eerst met de handen omhoog
tegen de muur staan. Later volgde er een
ondervraging. De Duitse smerissen wis
ten er zelf geen raad mee: hun opdracht
was om Bruin te arresteren en mee te
nemen, maar welke Bruin? Gelukkig
meldde Pieter de Geus, die een boerenbe
drijf in Oude Niedorp had, zich bij de
Grüne Polizei. De Geus was lid van de
NSB, maar hij was zo kwaad nog niet. Hij
begreep wat de aanleiding tot deze razzia
was en kon de smerissen uitleg geven over
het gebeuren van zondagavond. Het voor
val met Willem Bruines had plaatsgevon
den bij Cor Bruin en was niet veroorzaakt
door Bruin. Mede dankzij de tussenkomst
van De Geus konden de Bruinen na enke
le spannende uren worden vrijgelaten en
mochten zij naar huis terugkeren. Aan
geslagen verlieten zij de Posthoorn, want
daar hadden ze het nieuws gehoord dat
Piet Pater bij De Weel door een Grüne
was doodgeschoten.
Op het erf van Hendrik Tamis aan de Weel
stond een klein zwart boetje. Daarin rom
melden we altijd wat. Hendrik Tamis was
in dit schuurtje aan het werk en Jan Veul
stond in de deuropening en maakte een
praatje met zijn buurman. Piet Pater, een
zoon van Jaap en Anna Pater-van Stralen,
reed met zijn fiets de Oostkade af en
kwam ook in het boetje. Toen Jan Veul
naar buiten keek, zag hij over de spoor
wegovergang een Grüne op de fiets
Waarland uitrijden. Het leek de mannen
beter om de deur van het boetje dicht te
doen. Die soldaat zag dit en wilde weten
wie zich in het zwarte boetje ophielden.
Met een ruk werd de deur opengegooid.
Hendrik Tamis en Jan Veul namen de
benen. Piet Pater, die net een bijl in zijn
handen had, deed deze automatisch
omhoog. De Duitser blafte hem toe de bijl
neer te leggen. Piet begreep dit niet, waar
op een onduidelijke schermutseling volg
de. De soldaat viel bijna om, maar kon
en ik, waren die avond in de kerk van
Waarland naar het Marialof geweest. We
gingen daarna nog even naar vader en
moeder Bruin (Adam en Neeltje) die aan
de Veluweweg woonden. Intussen hoor
den we dat er in Waarland een Duitse bus
met smerissen was. ’’Zorg maar dat je
thuis komt”, liet vader Bruin ons weten.
Het leek ons daarom beter via het kerke-
padje naar huis te gaan. Dit pad ging
35
I