EEN RETOUR DUITSLAND.
Het huurcontract.
Op transport.
In de val.
Jan Volkers in gesprek met een
controleur van de Crisis
Controle Dienst.
En dat stond Jan Volkers slecht aan. Zijn
broer Klaas en hij waren in 1944 aan de
Kerkweg een bollenbedrijf begonnen en
zij huurden dat stuk land van opa Volkers.
De oude man wilde de verkoopsom con
tant ontvangen. Jan en Klaas echter waren
bang dat het geld na de oorlog niets meer
waard zou zijn. En die redenering kwam
uit. Klaas en Jan Volkers waren huurders
en hadden daardoor het recht van eerste
koop. Het was wel zo dat zij geen pacht-
contract hadden. Dat konden ze alsnog
ophalen bij het Landbouwhuis in Haar
lem.
De volgende morgen stapten Klaas en Jan
Volkers op de fiets. Ze reden via Lange
ln dit artikel wordt het verhaal van Jan
Volkers beschreven. Zijn transport
naar Duitsland, de tewerkstelling in
Kirchhellen en zijn terugkeer naar
Waarland. Hij was toen 24 jaar en
bijna één jaar getrouwd met Jaan
Pater. Ook zijn broer Klaas, door Jan
steevast ’ons Klaas’ genoemd, werd op
transport naar Duitsland gezet. Hij
was 30 jaar en nog vrijgezel.
Het was 20 februari 1945. Zijn vader Piet
Volkers was jarig. Op die avond hoorde
hij dat de ’oude Potsila’, de bijnaam van
zijn opa Klaas Volkers, een groot stuk van
zijn land aan Dirk Bekker had verkocht.
Donderdag 22 februari werden zij per
trein naar Amsterdam gebracht en daar
moesten zij een dag blijven. De volgende
dag werden zij op transport gesteld naar
Duitsland. Bij de grensovergang Glaner-
brug in Overijssel stopte de trein een
korte tijd. Mensen op het perron wierpen
hen enkele stukken brood toe. Degene die
bij het raampje stond greep van angst
steeds mis, waarop Jan Volkers riep: ”Ik
probeer het wel.” Zo kon hij veel mensen
in hun treincoupé aan een stuk brood hel
pen. De reis ging verder naar Dorsten en
vandaar lopend naar Kirchhellen. Die
plaats lag ongeveer tien kilometer van
dijk, Alkmaar, langs het Noordhollands
kanaal en bereikten het pontje van
Akersloot. Vandaar verder via Uitgeest en
tenslotte kwamen zij bij het Velser pont
aan. Daar moesten zij even wachten. Bij
het andere pont zagen ze Duitse soldaten
staan. "Dat treft. We hebben mazzel”, zei
Jan, ”die kunnen ons niet meer controle
ren.” Omdat de Duitsers in IJmuiden nog
een invasie van de geallieerde strijdkrach
ten verwachtten, sloopten ze alle huizen
tussen het pont en de noordkant van
Haarlem. In dit gebied richtten zij meer
dere controleposten in, zodat het voor Jan
en Klaas Volkers onmogelijk was aan de
Duitsers te ontsnappen. Toen ze bij de
andere kant van het Noordzee kanaal aan
kwamen, belandden ze in die fuik.
Ongeveer vijftig mannen werden daar
door de Wehrmacht opgepakt. Klaas en
Jan waren landbouwers en dus van de
arbeidsdienst of de arbeidsinzet gevrij
waard, maar de Duitsers trokken zich daar
niets van aan. Hun fietsen werden afgeno
men en de ausweizen afgepakt en ver
scheurd. Lopend gingen ze naar de Rip-
perda-kazeme in Haarlem. Jan Volkers
kon nog gauw iemand waarschuwen dat
hij Cor Dekker, kassier van de Boeren
leenbank in Waarland, moest bellen en
moest doorgeven dat zij waren opgepakt.
Cor Dekker was een van de weinigen in
Waarland met telefoon. Er is naar hem
gebeld en Cor Dekker bracht het slechte
nieuws tegen de avond over aan Jaan
Volkers. Zij en haar vader Jaap Pater zijn
een dag later op de fiets naar Haarlem
gegaan, maar Klaas en Jan Volkers waren
toen al weg.
24