VAN DE
SLOOTGAARD GESPROKEN.
1. B. Pieter Heertgens
Verstoeien van de dijk.
Opte Zijdwint en an de Zijdwint.
44
Ten koste van veel inspanning en met
veel geld was het meer de Slootgaard
eind 1590 droog. De Middenweg werd
aangelegd, de brug bij Zijdewind ge
bouwd en sloten werden gegraven.
In voorgaande artikelen werd al aange
geven dat de inpoldering met de nodige
tegenslagen had te maken. Protesten
van omliggende polders en vertraging
in de uitvoering van de inpoldering
waardoor de kosten behoorlijk uit de
hand liepen. De bedijkers hadden bij
Sabina van Egmond betere voorwaar
den bedongen. Eind 1590 kon de
Slootgaard in cultuur worden ge
bracht. De eerste jaren werden eenvou
dige gewassen, zoals koolzaad en gras
sen, geteeld. In 1593 werd het land voor
de eerste keer verpacht.
Veel gebruikers van het land woonden
(opte) in het dorp Zijdewind of aan de
Zijdwint, het tegenwoordige De Weel en
Boomerwaal. De westkant van de nieuwe
polder werd gehuurd door mensen van
den Calverdijck en Outcarspel. Opvallend
is hoe zorgvuldig men in de akte de plaats
beschreef waar de palen werden geslagen.
D’ eerste pael staet opten pomp neven de
Molensloot (nu Slootgaardweg 41); Den
2n pale staet nevens Ouden soons huyse;
Den 3n pale is geslagen bij naest op
D’eerste pael staat opten pomp neven de
Molensloot.
Den 2n pale staet nevens Ouden soons
huys, ende tusschen desen ende den eer
sten zijn begrepen den letteren B. A. C.
22-1-4
2. A. Com. Heertgens alias Bouwenyer
24-1-2
3. C. Com. Pietersz. van Oude Nijdorp
24-2-6
Totaal werden 28 palen geslagen. Voor
het onderhoud was de dijk in 81 stukken
verdeeld. Het voert te ver om de akte in
zijn geheel in dit artikel op te nemen.
Toch is het interessant om enkele van de
voorkomende namen van gebruikers te
noemen. Zo komen we onder andere
tegen: Com. Gerritsz. van Scagen.
Mogelijk een verre voorvader van de in
Waarland bekende familie van Schagen
De meeste gebruikers van het land kenden
nog geen familienaam. Daarvoor inplaats
werd vaak de woonplaats, beroep of bij
naam vermeld of men sprak van de zoon
van die of die. Zo komt Jan Jansz. van
Grotewal en Arian Comz. van Nieuwe
Nijdorp. Pieter Garbrantsz. is Lantmeter
en Pontiaen Jansz. Schout tot
Harinckcarspel en Arian Jansz. brouwer
van Oude Nijdorp en le molenmeester van
den Slootgaert. Com.Heertgens alias de
Bouwenyer, Jan Martensz. alias de
Nieuwe Koninck en Claess All te goetü
En met de zoon van die of die lezen we
Lambert Comz. an de Zijdwint en vervol
gens Com.Lambertsz. de soone van
Lambert.
Ieder die land in eigendom of gebruik
had, werd verplicht om een deel van de
dijk te onderhouden. Om dat uit te zoeken
en op papier te zetten was geen eenvoudi
ge zaak. Eerst moest natuurlijk de precie
ze oppervlakte van de nieuwe polder wor
den opgemeten, daarna de exacte lengte
van de dijk. En dan was er nog het pro
bleem dat de dijk aan de kant van het
Witsmeer (Schagerwaard) in die begin
jaren veel meer last had van inklinken en
verzakken. Het zou niet eerlijk zijn om
eigenaren of gebruikers van het land langs
die plekken met zwaardere lasten op te
zadelen. Besloten werd dat ’’ettelicke
parcelen, die neffens quade steden sijn
comende, gelijck nevens den Tocht, den
Franssloot ende diergelijcke, een wey-
nigh gracie gegunt is, ende daarom een
weynich haer dijck corter es genomen,
ende dat bij advyse van de Molen
meesters.” De molenmeesters moesten
hierbij dus adviseren en er op toezien dat
ieder naar recht en billijkheid een stuk van
de dijk kreeg toegewezen.
Ook werd er onderscheid gemaakt tussen
gebruikers waarvan het land direct aan de
dijk was gelegen of aan de Middenweg
(Slootgaardweg). ”So is bevonden dat
elcke gars van dese parcelen te maken
heen twee roeden en negen voeten dgcx
mate.” Om de stukken dijk aan te duiden,
werden palen geslagen en in een akte met
bijbehorende kaart vastgelegd.
Akte en kaart zijn bewaard gebleven en
laten zien hoe nauwgezet men toen
tewerk ging.
Eerst de parcelen van ’t eerste
block.
I