Naar het dorpshuis.
De plaatselijke horeca.
23
Waarland, 11 september 1994
Joop Zutt.
De winnaars van de sportdag
worden bekend gemaakt.
Op de foto staan o.a. enkele lei
ders uit Waarland: Jan Wever,
Gerard Hoebe, Paul Groen,
Piet Dekker, Johan Ziitt en
Cees Groen.
Hot is de wens van de parochianen, dat
JAN DE KOSTER
TERUGKOMT,
zoniet, dan geen geld meer voor Kerk
en Parochiehuis
Dekker-van Schagen, Schuijt-Dekker en
vele anderen voor de jeugd en het Jeugd
huis in die tijd hebben gedaan.
Tijden veranderen, behoeften veranderen.
Ook het Jeugdhuis kreeg hiermee te
maken. Verenigingen verdwenen, de
inkomsten liepen terug en ook werd feite
lijk te zwaar geleund op het vele vrijwilli
gerswerk. De kosten van onderhoud lie
pen steeds verder op. Op 2 februari 1963
werd een veiling gehouden. De opbrengst
was bestemd voor de bouw van een
onderkomen voor Con Zelo voetbal. Dat
was gelijk de opmaat voor de bouw van
een nieuwe dorpshuis. Jan Bakker Pz. had
in 1963 voor een groep geïnteresseerden
uiteengezet welke mogelijkheden er
waren om een geheel nieuw Dorpshuis te
realiseren. Een werkgroep werd opgericht
bestaande uit vertegenwoordigers van
diverse verenigingen en onder een dage
lijks bestuur met Jan Bakker Pz. als voor
zitter, Simon Jaspers secretaris-penning-
meester en Koos de Hey. Na zes jaren van
praten, lobbyen, vergaderen en nogeens
vergaderen kreeg men de plannen rond.
Op 11 april 1968 werd het oude Jeugdhuis
met omliggende gronden verkocht aan de
Stichting Dorpshuis Waarland. De vol
gende dag al begon men met de sloop van
het eens zo fraaie gebouw. Wat rest is de
kleine torenspits in de tuin van de familie
Bakker aan de Waarlandsweg 5.
Het kerkbestuur was natuurlijk heel tevre
den met het functioneren van het gebouw,
maar het gaf ook een heleboel extra zorg.
Zo ontstonden regelmatig problemen met
de plaatselijke caféhouders. Het Jeugd
huis was een onverwacht grote concurrent
geworden, ondanks dat men slechts ver
gunning had voor alleen zwak alcoholi
sche dranken (wijn en bier). In die jaren
kon men een gulden ook maar een keer
uitgeven en alles wat werd besteed in het
Jeugdhuis kwam niet bij de kasteleins
terecht. Daarnaast werd vanuit de paro
chie van alles geprobeerd om de jeugd zo
lang mogelijk uit de cafés te houden en
met succes. Het bisdom ontving dan ook
regelmatig klachtenbrieven van boze
caféhouders. Dat leidde ertoe dat het bis
dom aandrong op enige terughoudend
heid in de activiteiten en om valse concur
rentie met de plaatselijke caféhouders te
voorkomen.