/fl _Z|
17
heid. De belangstelling van zoveel men
sen bij lief en leed van de dorpsgenoten,
vond ik steeds erg kenmerkend voor
Waarland. Zoals het vlaggen van de buurt
bij trouwen en jubilea en het grote mede
leven bij begrafenissen.
Verrast door de grote onderlinge
samenwerking.
Hageveld, 25 augustus 1994
A.H. van der Meulen,
jullie oud-pastoor.
De Amsterdamse architect Jac.
van Gils, die van de bouwcom
missie in de Sint Wulframpa-
rochie, opdracht had gekregen
een ontwerp te maken, tekende in
eerste instantie een 'kruiskerk’
dagen in een bejaardenhuis, voor hoe
lang? Dat kan ik niet zeggen, maar de
jaren worden toch wel voelbaar. Dat ik er
nog steeds welvarend uitzie, kan bij ande
ren misschien de vraag doen opkomen:
”Had hij niet langer als pastoor daar moe
ten blijven?” Heus ik ging niet graag weg
uit de ’’praktijk” en zeker Waarland verliet
ik niet met vreugde. Maar het werd me
echt te zwaar destijds. Ik kreeg te veel last
van hoofdpijn. Een ander ziet dat in de
regel niet en dat is vaak maar gelukkig,
dan zitten ze je ook niet aan de kop te zeu
ren en bovendien was er toen nog een heel
redelijke kans dat ik een priester als
opvolger zou krijgen. Ook nu nog moet ik
wel wat uitkijken dat ik niet teveel assis-
tenties aanneem, want dan komt er
prompt een waarschuwing. Beste mensen,
van harte hoop ik dat ik kan deelnemen
aan de feestvreugde bij het 75-jarig
bestaan van de parochie en weer veel
goede bekenden zal ontmoeten, al zal
mijn geheugen me helaas wel eens in de
steek laten om me de namen te herinne
ren.
Een maand voor ik als pastoor geïnstal
leerd zou worden, werd het Dorpshuis
geopend en daarvoor was ook ik uitgeno
digd. Ik was verrast dat dit mogelijk was
geworden door de grote onderlinge
samenwerking. Ook wat in de volgende
jaren door samenwerking tot stand geko
men is, verdient bewondering. Die ope
ning van het Dorpshuis was eigenlijk mijn
eerste kennismaking met het ware
Waarland en dat viel zo in mijn smaak, dat
ik toen als pastoor gaarne naar Waarland
ging. Ik heb bij u heel fijne jaren gehad en
ik ben blij dat er nog altijd een band met
Waarland gebleven is. Nu ben ik 80 jaar
maar over mijn gezondheid mag ik niet
mopperen, ik ben dankbaar dat ik nog hier
en daar van dienst kan zijn, nog tweemaal
in de maand ga ik ’s zondags voor bij de
Eucharistieviering, daarnaast nog twee
I