VAN DE
SLOOTGAARD GESPROKEN.
r
p
I
f
PJ
I
Een kwestie van harde munten.
SONCK WORDT PENNINGMEESTER.
foto: J.J.M. Moras.
De mannen pakten de klus voortvarend
aan. Allereerst bracht men het geld bij-
elkaar. Op 4 mei 1590 tekenden zij een
overeenkomst waarin werd afgesproken
Het duurde enige tijd voordat de penning
meester de toegezegde gelden binnen had.
Op 22 juli 1590 ondertekende hij een kwi
tantie voor de ontvangst van het aandeel
van Mr. Willem Schouten op de volgende
manier: ”Ick onderges. bekennen mits
desen ontfangen te hebben uyt handen
van Mr. Willem Schouten, Raet ende
Reeckemeester van den huyse van
Egmont ter somme van tweeduysent
ponden van XL groten vlaems ’t pont
ende dat voor sijn derdepaert van 6000
om ”opte brengen ende te furneren de
somme van sesduysent ponden van XL
groten vlaems 't stuck, te weten bij elcx
van henl. 2000 der voorsz. ponden”.
Anthonis Sonck werd in deze akte aange
wezen als penningmeester en boekhou-
der/administrateur. Afgesproken werd dat
geen van drieën het aandeel in de droog
makerij mocht verkopen of overdragen:
’’buyten weeten, willen en consent van
den anderen off hairl. erffgenamen
indertijt zijnde, ende dit al op vrome,
goede belofte ende toeseggen malcan-
deren hierop gedaen.” Tot zekerheid
voor de nakoming van de verplichtingen
verbonden zij hun persoon en goederen.
Van de overeenkomst werden drie exem
plaren gemaakt en ondertekend.
"Zij wezen op de hecht
heid van de dijken en de
goed gebouwde molen.”
Op deze foto uit 1920
staat de goed gebouwde"
achtkante binnenkruier
nog in volle glorie.
In de vorige eeuw is de
molen vervijzeld. In 1926
is de molen buiten gebruik
gesteld. De bemaling werd
toen geëlektrificeerd.
In de voor Waarland en Slootgaard zo
bekende akte van 1 mei 1590 werden de
voorwaarden en de verdeling van kos
ten en risico's vastgelegd rond de
drooglegging van het meer de
Slootgert. Jonkheer Emmanuel
Steenborn, Meester W. Schouten,
Raadsheren van het Huis van Egmond,
en Anthonis Sonck, Rentmeester van
het Graafschap kwamen in deze akte
tot overeenstemming met Sabina van
Egmond om voor hun rekening en risi
co het meer droog te malen en klaar
voor gebruik op te leveren. Twee jaar
zouden zij de hele opbrengst uit de
droogmakerij ontvangen en vervolgens
tien jaar de halve opbrengst. De bedij
king zou met de nodige inspanning
voor het eind van het jaar gerealiseerd
kunnen worden. Wel had men de mede
werking nodig van de molens van Oude
en Nieuwe Niedorp om het water uit de
Slootgaard te lozen in de Niedorper-
kogge. Met veel spul en moeite had
Anthonis Sonck hiervoor toestemming
verkregen.
:j
O:
c-*
ft -
4AJB
I
K.” b t' -1
29
o - C
1 =r Ia:
b I
v
1 r
sis
-