De molenboet,
het bewaren waard!
Gerechten van vroeger (en vandaag?).
Westfriese ketelkost
250 g bloem
20 g gist
3 dl lauwwarme melk
2 eieren
zout
boter
poedersuiker
De gort een nacht laten weken in 3dl
water, de groene erwten in 6dl water.
De volgende dag de peertjes goed schoon-
boenen en in 3 dl water (in een grote pan)
1 '/r uur laten stoven. De geweekte gort in
een katoenen zakje doen (half gevuld),
evenals de geweekte groene erwten en
met het pekelvlees bij de peertjes in de
pan doen (of in een verdeelpan scheppen).
Dit alles 1 uur laten koken. De appeltjes
schillen, de kooltjes met een lintje ombin
den (zodat de bladeren bijeen blijven) en
beide in de pan doen. Alles nog 30 minu
ten laten koken. De ingrediënten op een
grote schaal schikken. Gesmolten boter
als jus erbij geven.
100 g gort
250 g gedroogde groene erwten
8 stoofpeertjes
400 g mager pekelvlees in 4 plakken
8 zoete appeltjes
2 kleine groene kooltjes
boter
De bloem zeven. De gist oplossen met wat
van de lauwwarme melk en met de rest
van de melk verdunnen. Dit met de eieren
en wat zout bij de bloem schenken en van
uit het midden tot een glad beslag klop
pen. Het beslag op een warme plaats, met
een vochtige doek over de kom, 1 uur
laten rijzen. De poffertjespan verhitten en
in ieder holletje wat boter smelten. Ze
voor de helft met het beslag vullen en
bakken op een middelhoog vuur. De bol-
lebuisjes keren als ze van boven droog en
van onder bruin zijn. De tweede kant vlug
goudbruin bakken. De bollebuisjes op een
schoteltje leggen met een klontje boter en
bestrooien met poeder suiker.
Echte bollebuisjes zakken niet in.
Bollebuisjes
i
23