E
Enkel een kopje koffij.
Toen tegen het einde van de Middeleeu
wen het pannendak definitief zijn intrede
deed, leek het alsof het voorgoed gedaan
was met riet als dakbedekking. Riet heeft
namelijk één bezwaar: het is brandbaar.
Vooral in de steden waar vroeger vrijwel
alle huizen van hout en dicht op elkaar
gebouwd waren, hebben branden vaak
rampzalige gevolgen gehad. Hoewel de
oorzaak van zo’n brand meestal niet het
Het land in de Schaapskuilpolder werd
grotendeels gebruikt voor de teelt van riet.
Tegenwoordig is riet nauwelijks tegen een
rendabele prijs te verbouwen. In die tijd
echter was het een belangrijk produkt. Tot
ver in de middeleeuwen was riet eigenlijk
de enige dakbedekking in onze streken.
Het is luchtig en het ventileert goed, ter
wijl het tegelijkertijd uitstekend isoleert.
In een huis met een rieten dak is het ’s
winters warmer en ’s zomers koeler dan in
een huis met een normaal pannendak.
Meestal stond er gebakken vis, zoals
paling, snoek, e.d., op het menu. Ook
werd er dan een stevig glas gedronken. Of
Jacob Wonder niet van vis hield of
gewoon op de penning was? Wie zal het
zeggen. Wel werd in de volgende vergade
ring op voorstel van Wonder besloten:
’’geen gastdag meer te houden, maar
enkel een kop koffij te drinken met een
broodje en enigen steviger drank met
een stuckjen koek te gebruiken.” Aldus
is besloten in het molenhuis in de
Schaapskuilmeer gemeente Haringkar
spel.
Riet of dakpan.
lid van Lamoraal, namelijk Koningin
Elisabeth I van Engeland. Zij vroeg onder
andere om Lamoraal in de gelegenheid te
stellen zijn meren verder te bedijken. Het
mocht echter niet baten. Op 10 december
1602 verscheen Lamoraal persoonlijk in
de vergadering van de Staten. Hij ver
klaarde altijd een vijand van Spanje te zijn
geweest. Hij wilde het land gaan dienen
door een reis naar West-Indië. In de eerste
plaats om de ’’Christelijcke Religie en de
name Gods aldaar te verbreyden” en ten
tweede om de koning van Spanje een hak
te zetten. Zijn plan was om met schepen
en 3.000 man over te varen. Die man
schappen moesten zich maar kunnen
onderhouden met wat ze daar zouden aan
treffen. Op de terugreis zouden allicht
enkele schepen met kostelijke waren
gekaapt kunnen worden. (Een soort Piet
Hein dus met zijn zilvervloot.) De
opbrengst zou wel tien keer zoveel zijn als
de kosten. De reis zou ook ondernomen
worden om de schand van de verarming te
ontgaan. Blijkbaar was de nood hoog.
Terecht hadden de Staten van Holland
geen zin in dit avontuur en wezen dit
fraaie plan van de hand. In 1607 werden
de bezittingen van het Huis van Egmond
geliquideerd en de Heerlijkheid Haren
karspel met daarbij het Schaapskuilmeer
kwam in handen van ene Jacob Huygensz
van der Dussen, burgemeester van Delft.
Op 20 januari 1632 werd door de Staten
toestemming verleend om het Schaaps
kuilmeer en Bleekmeer te bedijken en
droog te malen. En dan is het een tijdje stil
rond de Schaapskuilpolder.
Huwelijksfoto van Dirk van Duin en Marie
Groen.
Dirk was jarenlang rietdekker te Waarland.
In 1809 werd er tussen de eigenaren van
de Schaapskuilmeer en de Nieuwe Polder
afgesproken, dat de bemaling van beide
polders door de kotmolen van de
Schaapskuil zou worden verzorgd. De
Nieuwe Polder zou 1/3 van de kosten van
de bemaling voor haar rekening nemen.
De kaden van de twee polders kwamen
onder gemeenschappelijk toezicht. En dan
vinden we een rekening en verantwoor
ding uit 1848.
Een voorzitter en twee molenmeesters
controleren de boeken en bescheiden van
de polder. Met algemene stemmen wordt
besloten Jac. Wonder Pz. te Oude Niedorp
te benoemen tot Dijkgraaf. Een van de
vaste gebruiken in die tijd (maar ook nu
nog) was, dat polderbesturen, na het
schouwen van sloten en kaden of na con
trole van de boeken, een zogenaamde
gastdag hielden. De molenaarsvrouw
zorgde op zo’n gastdag voor een zeer uit
gebreide maaltijd.
12
V