I "a XX Een toevalligheid. Binnenlandsche berigten. Waarland, februari 1994 Piet Kleverlaan. Als men op zoek is naar het verleden, kan het gebeuren dat men onverwachts op andere waardevolle dingen stuit. Zo bezit de familie Droog-van Egmond, Sabinahof 16 een ingelijste krant. En wat voor een! Deze schippersfamilie heeft zorgvuldig een Alkmaarsche Courant van maandag 1 juli 1816 al bijna twee eeuwen bewaard. En... in deze krant staat het concept van de muntwet van 1816 beschreven. In het leefgedeelte was een keukentje met een regenbak. Het hemelwater werd via de dakgoten en een buis binnenshuis opge vangen. In 1917 verkocht Gerrit Pater, die zelf naar het Poepennestverhuisde, zijn woning. Jan Stam, Aafje Stoop en hun vijf kinderen werden de nieuwe bewoners. In 1926 sloeg het noodlot toe. Een hevige brand legde het huisje helemaal in de as. huis getekend. Vóór 1850 vestigden Jan (de) Groot, geboren te Nieuwe Niedorp en van beroep kleermaker en zijn vrouw Sijtje Sijbecarspel zich in Zijdewind op huisnummer 100. Volgens de Loop der Bevolking van de gemeente Oude Niedorp trouwde hun dochter Teetje in 1852 met Jan Pater uit Sint Maarten en kwam met hem bij vader en moeder inwo nen. Tussen 1850-1880 vonden in deze familie veel tragische gebeurtenissen plaats. Zeker is dat in 1880 Teetje en haar kinderen Gerrit en Bregje Pater in het betreffende huis in de Slootgaard woon den. Het langwerpige huis was verdeeld in een woonkamer met twee bedsteden en een stal voor vier koeien. Hoe de munt in de Slootgaard gekomen is, blijft gissen. Het geldstuk is aan beide zij den behoorlijk afgesleten. Kan het zijn dat de munt jaren lang in de voering of zak van een kledingstuk heeft gezeten En vond Jan Groot, die kleermaker was, deze penny in een te herstellen broek of jas? Of hebben kinderen de munt gevonden in een laadje of knopendoosje en deze gebruikt als speelgoed? Zeker is, dat de Engelse munt gevonden is op de plek, waar tot 1926 het huis van de familie Stam heeft gestaan. 's Gravenhage den 25 Junij. Zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van heden. Is gelezen eene boodschap van de Eerste Kamer, kennisgevende dat zij zich heeft vereenigd met de concept-wet, waar bij aan Z.M. den Koning wordt overgela ten de bepaling tot het invoeren der nieu we indirecte belastingen. Is gelezen eene missive van Z.M. den Koning ten geleide van een concept-wet, houdende bepalingen omtrent een nieuw intevoeren algemeen muntwezen in het geheele koningrijk der Nederlanden. Volgens dit ontwerp zal de eenheid van het nieuwe muntwezen bestaan in de gulden, hebbende dezelfde innerlijke waarde en het zelfde allooi, als de tot nog toe in de noordelijke provinciën des Rijks geslagen wordende munt van dien naam. De onder deden van de gulden zullen zijn de halve gulden, houdende 50 cents; de kwart gul den, of 25 cents; het tiende gedeelte of 10 cents; en het twintigste gedeelte of 5 cents; alle zilveren munten. De koperen munten zullen zijn het hon derdste gedeelte van de gulden of de cent en de twee honderdste gedeelte van dezel ve of de halve cent. De gouden standpenning zal zijn een stuk Zie Toendertoid van de waarde van 10 gulden. deel 1. Alle deze stukken, zoo gouden als zilveren, zullen voeren op de eene zijde het borst beeld des Konings. Hoogst des zelfs titula tuur ten omschrift hebbende, en op de ommezijde het Rijks-wapen, met de waar de der munt en het jaartal van den munt slag. Op de kant zal men leze de woorden: God zij met ons. Alle andere munten zullen na verloop van zekeren tijd als vreemde beschouwd en niet in 's lands kassen worden genomen; - En is deze, voordragt naar de sectiën gerenoijeerd, ten einde nader te worden geëxamineerd. XT 9 J A a 4 1 A* -IS .1?. A

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1994 | | pagina 11