i\ 120:- 25: - in de Het loon van een dagloner om streeks 1800. Na uitleg van beide muntstelsels kan men concluderen, dat een penny toen bijna dezelfde waarde had als een stuiver. De keuze van de schadeclaim van Pieter Pater, vermeld in het vorige gedeelte van dit artikel, is niet willekeurig: uit de optel ling blijkt dat 16 stuivers 10 stuivers 6 stuivers 1 gulden. De Provinciën en ook de belangrijkste grote steden hadden hun eigen munten, maar de in loop van de 18e eeuw kwam in de Noordelijke Nederlanden een grote mate van eenheid in het muntstelsel. een paard een wagen met zijn tuijgen een vet schaap 200 kooien 10 zak aardappelen circa 1/2 wagen hooij 4 schapen en zeven hoenders 80: - 8: - 4: - 10: - 7: - Het merendeel van de bewoners van het platteland bestond uit dagloners. Hun werkdagen waren lang; twaalf tot veertien uur was niet ongewoon. Het dagloon varieerde van tien tot twintig stuivers. Een armoedig bestaan. Vast werk was er bijna niet en bij slecht weer en tijdens de win terdagen kon men noodgedwongen niet aan de slag. Een arbeider met zijn gezin moest jaarlijks rond zien te komen met een bedrag van f. 200,- of minder. Ambachtslieden, kleine middenstanders en ambtenaren hadden het toen iets beter en verdienden tussen de f. 200,- en f. 300,- per jaar. Enkele prijzen uit die tijd, gekozen uit de lijst van schadeclaims van de inwoners van Oude Niedorp: Na de brand in 1926 heeft aannemer D. v.d. Gulikten oosten van het oude huis een nieuwe woning gezet. Vanaf 1937 t/m 1979 heeft de familie Tesselaar- Groen hier gewoond. Daarna heeft Sjaak Bos de woning vergroot. De oude regenbak is opge metseld en staat nu als ’’herinnering" in de tuin. 8 De soldaten van het invasieleger betaal den de lokale middenstand met Engels en Russisch geld. De winkeliers bepaalden zelf de waarde van deze munten, wat voor de soldaten vaak nadelig uitviel. Maar ja, wat moesten de bakker, de grutter en de kastelein met dat vreemde geld? Ze ver keerden in de veronderstelling dat na een overwinning van het invasieleger de pen nies en kopeken 1 kopeke 1/100 roebel 0,2 centook wettig betaalmiddel zou den worden. Maar.... de geschiedenis pakte anders uit en zo kwamen de munten in geldkistjes, ladenkastjes of knopen- doosjes terecht. In de 19e eeuw zijn ver schillende van deze munten zoekgeraakt en vele jaren later zijn er een paar terug gevonden in Schagen en Beverwijk en kort geleden ook één in Waarland. Op de kadastrale kaart A2 van Oude Niedorp uit 1819 is op perceel 228, de plaats waar de munt gevonden is, geen Hoe kwam die munt Slootgaard terecht? V

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1994 | | pagina 10