Een doorgangshuis
Trien Stoop-Kooijman vertelt
van
De familie Stoop-Kooijman heeft als laat
ste in het huisje ”de Rolpaal” gewoond.
De familie M. de Vries kwam en vertrok
na een verblijf van een half jaar uit de
Nieuwe Polder. Van 1910 t/m. 1937 heb
ben Jan de Jager, zijn vrouw en hun twee
zoons hier gewoond. Vervolgens woonde
de familie Jan Kuiper een paar jaar in dit
huis.
De bewoners van ”de Rolpaal” waren
meestal ook sluiswachter en molenaar van
de ruim 24 ha. grote polder. In de periode
van Jan Kuiper werd het onderhoud aan
de sluis en het bedienen van de Ameri
kaanse windmolen gedaan door Gerbrand
Moeijes, bestuurslid van de Nieuwe
Polder.
In het begin van de jaren veertig kwamen
Henk van Buren, Trien Kuilman en hun
dochter aan het kanaal wonen. Henk van
Buren volgde Gerbrand Moeijes op als
molenaar en sluiswachter. Hij onderhield
ook de rietschoot en de kaai en maaide het
gras. Dit voerde hij aan zijn koeien, die in
een boetje achter het huis stonden. Het
huwelijk liep stuk en na zijn plotselinge
vertrek heeft Jan Vlug, de kleinzoon van
eerder genoemde Jan Vlug, deze taken
overgenomen. Tot aan de verkaveling
heeft Jan Vlug dit werk gedaan en zo
werd hij de laatste watermolenaar en
sluiswachter van de Nieuwe Polder.
Mevrouw Stoop staat deze periode nog
levendig voor de geest.
Zij vertelt: ”Ook wij hebben in het pitto
reske huisje ”de Rolpaal” gewoond, zoals
het Noordhollands Dagblad uit 1965 eens
schreef.
Voorjaar 1957.
Wij laadden onze bezittingen vanaf de
Westkade op een schuit en vertrokken.
Langs ’s heren wegen konden wij niet
omdat ons ’nieuwe huis’ rondom in het
water lag. Men zei: ’’Gaan jullie emigre
ren”, maar ik hield het op pionieren.
Een van de vervelendste dingen was dat er
geen waterleiding was. Er stond een
regenbak in de keuken maar ondanks dat
we hem goed schoongemaakt hadden en
de scheuren gedicht, was het water rond
uit vies. Eens toen het de hele nacht gere
gend had, stapte ik ’s morgens vroeg in
het water, omdat de hele keuken onderge
lopen was. Ik was meteen goed wakker.
Aan de overkant van het kanaal aan de
Waarddijk woonde de veehouder Simon
Steur, van wie we toen een melkbus kon
den lenen. De melkrijder nam iedere dag
een bus (40 liter) water mee, die we met
de schuit overhaalden. Daar kon ik mee
toe voor twee personen en ik hield nog
over om ’s maandags de was te doen.
Maar al gauw kocht Dirk, mijn man, een
betegelde bak die gebruikt was bij de
bereiding van zuurkool en toen was alle
leed geleden. In 1958 is er waterleiding
gekomen die onder het kanaal door is
gelegd.
Voorjaar 1957.
De kleine emigratie
de familie Stoop.
Het huisje "De Rolpaal”
met op de achtergrond de
Amerikaanse windmolen
en de kerk van Oudkar-
spel.
8
AjLi
f e
I I
is 1