I
ITruus van der Gulik
Beschuit met muisjes
25
in 1943. Ze woonde nog thuis bij haar
ouders en broers. Als de boeken op tafel
lagen, waarin foto’s van het vrouwenli
chaam stonden afgebeeld en haar broers
kwamen binnen, dan verdwenen de boe
ken gauw in de tas.
Stel je voor als ze al dat bloot zagen!
Na het behalen van haar diploma, kwam
ze in dienst van het Wit-Gele Kruis voor
het rayon Waarland, Zijdewind, ’t Veld en
de Moerbeek. Naast bevallingen hielp ze
moeder en kind 's morgens en ’s avonds.
Een zware taak om een heel aantal kraam
vrouwen te helpen. En dan nog de keren
dat ze in de nacht werd gehaald.
Eerst ging ze overal met de fiets heen,
later met de Solex. Ik zie haar nog gaan
met die lange leren jas aan! Daarna de Daf
voor haar dagelijkse ronde.
In die tijd maakte men zelf een kr aambed.
Dat werd gedaan door het op elkaar naai
en van kranten. Daaromheen werd een
oud stuk laken vastgezet. Zo’n kranten
bedje, dat als onderlaken dienst deed,
werd na de bevalling zo opgeruimd.
Was het voor de oorlog nog heel gewoon
dat de kraamhulp dag en nacht in het
gezin bleef, later veranderde dat. Het
huishoudelijk werk werd door anderen
gedaan en de kraamverpleegster kon zich
helemaal wijden aan de taak waar ze voor
opgeleid was. Overigens wilde ik nog wel
even de zogenaamde ’’wilde baaksters”
noemen. Deze meisjes, die niet gediplo
meerd waren, deden als kraamhulp enorm
veel werk. En met de controle van zuster
Truus erbij ging dat prima.
Ook werd er steeds meer gedaan voor de
aanstaande moeders. Er werden cursussen
gegeven en er was regelmatige controle
door de huisarts. Truus kwam enige
weken voor de bevalling kijken of alles
aanwezig was voor de bevalling en voor
de baby. Truus zal heel veel geboortes
hebben meegemaakt. Over haar werk is
ook al geschreven in ’’Waarland van
Toen”, deel 3.
DOOR de eeuwen heen zijn er heel wat
traditionele kraamdrankjes, hapjes en
cadeautjes gekomen en verdwenen.
Beschuit met muisjes is jarenlang een
witte boterham met suiker geweest, ook
kregen jonge bezoekers vroeger een met
suikertjes die ze via een smalle hals uit
de fles moesten peuteren. Dat was sym
bolisch voor de baby die uit de moeder
gekomen was.
In 1975 nam ze afscheid van haar levens
werk tijdens een druk bezochte receptie in
”de Posthoorn”. Met medewerking van
alle moeders van Waarland werd haar
daar een cadeau aangeboden, als dank
voor haar werk als kraamverpleegster.