Gerrit Bakker Arie Syvertz. Tussen Keulen en Parijs ligt.... Er waren voorwaarden waaraan je moest voldoen om Zouaaf te kunnen worden. Men moest een getuigschrift van de pas toor van de parochie, een gezondheidsver klaring van een arts en de vereiste papie ren van de Burgerlijke Stand, betreffende geboorte en dienstplicht, kunnen overleg gen. Gerrit Bakker kwam op 13 januari 1868 in het klooster van de Congregatie van St. Louis te Oudenbosch aan. Daar werd hij met nog 15 andere aspirant- Zouaven door broeder Bart ingeschreven. z?* I Om het levenspad van Gerrit Bakker na te gaan is er heel wat puzzelwerk verricht. Wat er over hem bekend is, komt uit de Burgerlijke Stand, de Loop der Bevolking en uit de gegevens van het Zouaven- museum te Oudenbosch. Gerrit Bakker werd op 30 april 1828 geboren te Zijdewind, huisnummer 78, gemeente Oude Niedorp. Hij was het tweede kind uit het huwelijk van Arie Syvertz. Bakker en Neeltje Langedijk. Vader was dagloner en moest hard werken om de kost te ver dienen voor het zich steeds uitbreidende gezin. In 1860 overleed moeder en de meeste kinderen waren toen het huis al uit. Gerrit was gaan werken als boeren knecht en hij liet zich op 13 maart 1866 inschrijven in de gemeente Obdam. Hij gaf als beroep op: dienstbare, als vorige woonplaats: Oudkarspel. In het Dienstbodenregister van Obdam staat ver meld dat Gerrit Bakker, Roomsch Catholijk, zonder vermelding van dagte kening, naar Rome was vertrokken. Pastoor Hellemens van Oudenbosch was begaan met de katholieke jongemannen en spoorde hen aan veelvuldig de H. Sacramenten te ontvangen. Broeder Bart, die daar alle zaken voor de Zouaven regel de, kwam daarna aan het woord. Hij ver telde wat de reisroute was en gaf allerlei praktische tips. Daarna kregen ze een uit gebreide maaltijd en een lekker borreltje. Broeder Bart controleerde alle benodigde papieren, opdat de jongens de volgende morgen zo naar Brussel konden vertrek ken om daar gekeurd te worden. Broeder Bart hield een toespraak en zette uiteen wat hen de komende dagen te doen en te wachten stond. 1. Donderdag kwart voor zeven vertrek per trein van hier naar Roosendaal. Aldaar moet ge een half uur wachten (geen sterke drank gebruiken). Van Roosendaal, via Esschen naar Antwerpen. Van Antwerpen gaat er iemand mee naar Brussel. En indien er iemand mocht worden afge keurd, dan kan die morgenavond hier weer komen logeren. 2. Te Brussel moet ge u zoveel mogelijk bedaard houden, want anders loopt ge gevaar om teruggezonden te worden. 3. Van Parijs met geleider naar Marseille. Dat is 28 uur sporen. 4. Hier verblijft ge tot maandagmorgen. Zaterdag niet uitgaan, maar u bijtijds ter ruste begeven, ’s Zondags naar de H. Mis en als ’t kan ook naar de Vespers of Lof. Het liefst geen herbergen bezoeken etc. etc. 5. Op de boot, op reis en overal waar ge verblijft, moet ge zich zo gedragen, dat een ieder respect voor u heeft. Niet te veel praten, zingen of schreeuwen. Geen ster ke drank gebruiken en behulpzaam en beleefd zijn tegen spoorwegbedienden, ambtenaren en commiezen. 6. Op de boot goed op uw geld, tabak en sigaren passen. En als er iemand zeeziek wordt, wees hem zoveel mogelijk behulp zaam. 7. Te Rome moet u eerst naar de Hollandsche Bibliotheek gaan en zich melden bij Eerwaarde Pater De Wilde. Een sergeant brengt u naar de kazerne. Nu begint uw militaire loopbaan. Getrouw zijn aan uw roeping. Nooit tegenspreken of morren. Pas op voor verkeerde makkers of kameraden en wees voorzichtig met het bezoeken van herbergen en verdachte hui zen en vervul uw godsdienstplichten zoveel mogelijk. I 18 - .s, Een gedeelte van de registra- tielijst van Broeder Bart te Oudenbosch. 13,14 en 15 januari 1868.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1993 | | pagina 20