Het (Roomse) nest Sabinahof 8, alle tijd? 10 karakter. Van jongs af aan leerde elk kind mee te helpen met het werk of in de huis houding. Toen de kinderen volwassen werden gin gen ze zo één voor één het huis uit en kozen hun eigen levensweg. Trouwden en kregen zelf ook weer kinderen. De meest uiteen lopende beroepen zitten erbij de Pancrassen: kraanmachinist, kelner, elec- triciën, kassenbouwer, acteur, sociaal werkster. Alleen zoon Gerard is gedeelte lijk in de voetsporen van vader getreden. In 1975 nam hij het bedrijf over en begon tegelijkertijd een bloemenzaak. Vader Niek was toen 65 jaar. Het gezin maakte toen een droevige periode door, want de gezondheid van moeder ging zienderogen achteruit. Zij heeft nog net de opening van de bloemenzaak ’’Angera” meegemaakt, waar zij vol trots het lint doorknipte. Niet lang daarna op 1 september 1975 kwam er een einde aan het leven van deze fijne vrouw. Na de bedrijfsovername woonde Niek nog 2 jaar bij Gerard en Anneke in. Toen achtte hij de tijd rijp om zijn intrek op Sabinahof 8 te nemen. toe. Het breisel is zo regelmatig, dat het lijkt alsof het machinaal vervaardigd is. Met zijn schildersaspiraties is hij bij één schilderijtje blijven steken. En dan is er nog de fiets. Kilometers ver brengt dit voertuig hem. Vanaf augustus 1992 heeft hij er al 1.000 km opzitten. Op de valreep vertelt hij mij de volgende waar gebeurde anekdote die ik u niet wil onthouden. Niek was een jongen van 12 jaar en zat op de lering voor het groot aannemen bij pas toor Verbeme van de Martinusparochie in ’t Veld. Om de kerk lag een fraaie tuin met veel hoge bomen. In één van die bomen zat een kraaiennest. Het uithalen van zo’n nest was voor de jonge gasten van toen een geliefde sport. Nadat de lering was afgelopen stapte Niek op mijn heer Pastoor af en vroeg beleefd buigend of hij dat kraaiennest mocht uithalen. De Pastoor keek hem onderzoekend aan en vroeg: ’’Niek Pancras ben jij in staat van genade?” Niek haalde zijn schouders op waarop de pastoor sommeerde dat hij dan maar eerst eens vijf tientjes van de rozen krans moest gaan bidden. En Niek bad, en bad want hij wilde snel naar het nest. Na een stief kwartiertje had hij de vijf tientjes afgeraffeld. Helemaal in staat van genade verkeerde hij kennelijk nog niet, want de pastoor gebood hem ook nog de kruisweg te bidden. Bij de zevende statie vond de pastoor het welletjes, hij wilde zeker ook naar huis, en mocht Niek het bidden sta ken. In een ommezien stoof hij weg naar de wachtende jongens buiten de kerk. De boomklimmerij kon beginnen. Het was hartje zomer en smoorheet, het zweet liep Niek tappelings langs zijn rug. Maar wat hij ook probeerde, zijn been kreeg hij niet om die dikke tak. Hij gaf de klimpartij op, voor die dag althans, 's Anderdaags maak te hij wederom de klim en nu met succes. Een groot aantal eieren borg hij behoed zaam op onder zijn pet. De afdaling begon, toen plots halverwege een loshan gende tak tegen zijn pet zwiepte. Het kraakte onder zijn pet. Van alle kanten droop het struif bij zijn gezicht langs. Had hij toch maar beter de kruiswegstatie af kunnen bidden? Waarland, 10 februari 1993 Jeanet Stroet. Wie mocht denken dat Niek nu veel tijd over heeft, vergist zich. Het hebben van een groot gezin brengt heel wat verplich tingen met zich mee. Hij heeft 32 klein kinderen en 4 achterkleinkinderen. Alleen al de verjaardagen. Niek houdt ze alle maal bij. Hij houdt er een regelmatig leven op na en legt zichzelf de nodige dicipline op. Steevast is hij iedere morgen al vroeg op het bedrijf van Gerard te vin den. Waar nodig schieten zijn werkhan den te hulp. Hij verkeert in een uitsteken de gezondheid en is gedurende zijn hele leven maar één keer ziek geweest. Die ene keer heeft hij aanspraak gemaakt op Onderlinge Hulp bij Ziekte. Zijn visie over het behoud van zijn goede conditie: matig leven en een portie geluk. Toen Niek stopte met zijn bedrijf stonden hem twee hobby’s voor de geest: schilderen of breien. Als kind al wilde hij graag zelf kunnen breien en hij had zijn moeder gevraagd hem dit te leren. Zijn moeder was een ervaren breister. Haar breiwerkje nam zij overal mee naar toe; op gastdagen breide zij de linkersok, de volgende gast dag de rechter of omgekeerd. Niek heeft de laatste jaren al heel wat afgebreid van dubbele tafelkleden tot stoeldekjes aan

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Toendertoid: Stichting Waarland van toen | 1993 | | pagina 12