95 ‘Ben je belazerd’, zegt Herman Bredewout. ‘Dat zijn onze bevrijders, daar mag je niet van stelen.’ Jan is met stomheid geslagen. Door de oorlog is alles wat soldaat is voor hem de vijand. Daar mag je auto’s van bekrassen, daar mag je Bij het ochtendkrieken loopt hij naar buiten. Hij weet dat als je in Noord Holland steeds naar het westen loopt, je uiteindelijk bij de Noordzee uitkomt. Op een gegeven moment ziet hij het Noord-Hollands Kanaal. ‘Dat moet Koedijk zijn’, denkt hij. Bij een boer haalt hij een ladder die hij voor zich uit duwt om eventueel ontploffende mijnen te kunnen vermijden. Het laatste stukje zwemt hij over het kanaal. Eenmaal bij zijn huis krijgt hij te horen dat hij moet opsopdemieteren, omdat hij wordt gezocht. De laatste dagen van de oorlog verschuilt hij zich dan bij de familie Pastoor in Schoorl. Hij weet nu dat zijn huis niet is afgebrand. Maar waar zijn zijn vader en moeder? Jan heeft dat lampje aangezet. Het brandt op een accu die hij heeft opgeladen door een propeller te laten draaien. Dat heeft zijn vader hem geleerd. Met de buren was afgesproken dat ze elkaar met zo’n lampje zouden informeren bij dreigend gevaar. Van Assem waarschuwt de mensen van de ondergrondse in duinen. Even later rent een groep Georgiërs als schietend de Omloop af. De Duitsers worden compleet verrast en zoeken dekking. Grietje Bredewout stuurt haar zoons Willem, Johan, Simon en Hendrik de Omloop op en duwt Jan nog een tas in zijn hand. ‘En nou de deur uit’, zegt ze. Ze zetten het op een lopen richting Bickerslaan. Jan krijgt dan een klap op zijn kop van iemand uit het verzet. Alles om te voorkomen dat hij zich op zijn toekomstige schuilplaats iets zou kunnen herinneren wat anderen in problemen zou kunnen brengen. Herman Bredewout keert als eerste terug. Onherkenbaar met zijn volle baard. Eenmaal thuis loopt hij naar de schuur. Pakt een lange ladder, zet een stok in de schoorsteen en hangt daar een vlag aan: ROOD. WIT. BLAUW. gebeuren, maar dat er iets staat te gebeuren, voelen ze wel aan. Na een dag of tien komt aan het einde van de nacht een vrachtwagen met soldaten voorrijden. Onder aanvoering van de Ortskommandant wordt het huis doorzocht. De commandant heeft wel door dat Grietje echt van niets weet. de Laanweg in Schoorl woonde. Het is dag en nacht donker in de hooischuur waar Jan verblijft. Hij heeft geen idee waar zijn moeder is. Als hij vliegtuigen hoort, weet hij dat het dag is. Verder is het afwachten. Hij wordt er gek van en scheurt hooi weg tot hij licht ziet. Vlak voor zes uur de volgende morgen klinken er schoten in de straat. Buurman Van Assem schrikt op. Hij kijkt naar buiten en ziet een vrachtwagen met soldaten op de Omloop staan. Hij ziet ook achter het zolderraam van de Bredewouts een lampje knipperen. Een teken dat er gevaar dreigt. Onzeker Voor Jan breekt dan een onzekere tijd aan. Per brandweerwagen belandt hij in Sint Pancras bij een ouder echtpaar dat oorspronkelijk aan ‘Mevrouw Bredewout’, zegt de commandant. ‘Het volgende: om zes uur morgenochtend moet uw man hier zijn. Als hij er dan niet is, schieten we u en uw kinderen dood en steken we het huis in brand.’ De soldaten vertrekken. Grietje verzamelt de spullen die haar dierbaar zijn, brengt ze naar de kelder en legt er wat natte dekens over. Dan blijft dat tenminste gespaard als het huis in brand wordt gestoken, denkt ze. Players Weer een paar dagen later rijden Canadese soldaten Schoorl binnen. In het dorp ziet Jan een soldaat in hemd en korte broek een potje koken boven een vlammenwerper. Er valt een pakje Players sigaretten uit zijn zak. Jan sluipt erheen en pakt het weg. Trots overhandigt hij het pakje aan zijn vader, die nog steeds een zware shagroker is. Het is een paar dagen voor de officiële bevrijding. Wat als het allemaal toch nog mis gaat vragen de buren. ‘Die vlag hangt er alvast,’ zegt Herman Bredewout. ‘We zien wel hoe het verder gaat.’ Twee dagen later is de bevrijding een feit. Ook Grietje Bredewout komt dan na tien dagen weer thuis.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2020 | | pagina 95