heeft overigens maar een week gewerkt, totdat hij werd gebombardeerd door de Engelsen. ‘Akkoord’, zegt de Ortskommandant. Hij biedt Herman een sigaret aan en zegt: ‘Gaat u maar terug naar Schoorl.’ Grietje en haar kinderen blijven verbijsterd achter. Ze hebben geen idee wat er kan gebeurd. Als haar dan elfjarige zoon Jan thuis komt van school, zegt ze: ‘Jij moet nog even naar het dorp. Daar zie je Duitse soldaten staan en een klein autootje. Daar moet je heen. Je krijgt dan wat in je hand gestopt en daarmee moet je wegrennen.’ Jan krijgt een klokje in zijn handen geduwd en rent daarmee richting Nollen. Daar belandt hij in de bosjes. In de boomstam naast hem ziet hij kogelgaten, al hoort hij de kogels niet. Als hij denkt dat de kust veilig is, loopt hij terug. Achter de kerk staat iemand van de ondergrondse die het klokje uit zijn handen grist. Later hoort Jan dat er geheime foto’s in zaten. ‘Ja, mijnheer Bredewout, wij zoeken eigenlijk de Georgiërs.’ Z Des duivels ‘Jullie moeten weg’, zegt hij tegen vrouw en kinderen als hij thuiskomt. Grietje is des duivels. ‘Ik ga niet weg’, zegt ze. ‘Je moet weg, want de Duitsers komen’, houdt Herman vol. Hij legt niet uit wat er aan de hand is. Koste wat het kost wil hij voorkomen dat hij verraden kan worden. Hij stapt op zijn fiets, en vertrekt richting Schermer, waar hij zich tot het eind van de oorlog schuil houdt. Arrestatie In de laatste oorlogsmaand gebeurt dan toch nog waar Herman Bredewout altij d voor heeft gevreesd: op een vroege ochtend stopt er een auto met agenten van de Sicherheitsdienst. ‘Wegwezen’, denkt Bredewout. ‘Her, roept een van hen. Herman draait zich om, wordt dan vastgegrepen en meegevoerd naar hotel De Roode Leeuw. Daar moet hij vertellen wie zich allemaal schuil houden in de duinen. Als Herman blijft zwijgen wordt hij in de boeien geslagen en geblinddoekt het klimduin opgejaagd. ‘De Greorgiërs zegt Herman verbaast. ‘Ik heb altijd gedacht dat dat Duitse soldaten waren. Ze dragen een Duits uniform. Nooit geweten dat jullie ze zochten. Maar goed, nu ik het wel weet, kan ik jullie wel helpen. mensen in de snel mogelijk weten waar ‘Nach unten mit dem Mann’, beveelt hij. Dat gebeurt en Bredewout wordt in een klaarstaande auto geduwd. Ondertussen hebben omstanders Grietje op de hoogte gebracht van wat er met haar man is Als je me laat gaan, zoek ik die duinen, en laat ik zo ze zitten.’ Halverwege het duin houden de soldaten stil. Herman moet bukken voor een diepe kuil. Hij wordt geschopt en geslagen. Hij weet dat hij nu elk moment een schot in zijn nek kan krijgen. Hij recht z’n rug en haalt met een harde mep met zijn boeien een van de soldaten neer, waarop de andere soldaten zich op hem storten. De worstelpartij trekt de aandacht van een officier onder aan het duin. Jan holt naar het plein bij het Trefpunt. Hij ziet de soldaten staan en loopt op de auto af. Er komt een vuist uit het raam. Het is zijn vader, al herkent Jan hem niet, door zijn opgezwollen hoofd en al het bloed, dat zijn haren aan zijn hoofd doet plakken. Ondertussen vervoeren de soldaten Herman Bredewout naar de Duitse gevangenis in Huize Voorhout aan de Kennemerstraatweg in Alkmaar. Hij krijgt geen antwoord op zijn vraag waarom hij gevangen is genomen. Na tien dagen laat de Ortskommandant wat los. Jan, vader Herman, Willem, Johan en moeder Grietje Bredewout coll. Ada Bredewout) O 94

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2020 | | pagina 94