z Jan Hopman Z 2 ken. Een feest van nostalgie dus. Maar kun je daarin anno 2020 leven? “Daarmee heb ik geen enkele moeite, want voor mij is hier alles mooi om naar te kijken. Het heeft sfeer omdat het heeft geleefd. Ikea hoeft van mij niet. Er zullen ongetwijfeld mensen zijn die vinden dat ik in een museum woon. Het zij zo. Ik omring me met schoonheid van kunst uit die dagen, met liefde waarmee het werd gemaakt. De schit terende vormgeving, de speelse geest en vooral het spel met licht... Dat dit al lemaal zo’n honderd jaar geleden werd bedacht, maakt het voor mij nog interes santer. Het was een arme tijd. Des te wonderlijk dat toen de ambachtelijke vin- dingrijkheid enorm opbloeide. Tegenwoordig worden veel dingen al na enkele jaren wegge gooid. Moet er nieuw komen omdat de buren hetzelfde doen. We hechten ons niet meer aan de spullen die zijn ontworpen. Weggooien is in de mode.” Dat heeft hij mooi gezegd. Uit onderzoek is bijvoorbeeld gebleken dat de meeste ijskasten, tv’s en computers die op de vuilstort belanden het nog doen. Maar daar boft Richard mee, die als gemeentewerker op straat nog weleens leuke dingen tegenkomt. Zoals een beeld van Hildo Krop die in Schoorl aan de Bickerslaan heeft gewoond en welk beeld nu in mijn kamer staat. En een prachtig naakt uit 1923 met Egyptische invloeden dat bij de vuilnisbak werd gezet. Als je bedenkt dat het graf van Toetanchamon een jaar eerder werd ontdekt en dat de kunstenaar daardoor is beïnvloed, dan heb je wel wat. Mijn collega’s zeggen weleens: ‘Richard wat moet je met die rotzooi? Het is niks waard. Laat toch gewoon staan! Maar ik voel wat zij niet zien.“ enkele voorbeelden van de honderden voorwerpen in de huiskamer van Richard Hopman O O 6

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Scoronlo: uitgave van de cultuurhistorische vereniging Scoronlo | 2020 | | pagina 6